Achter pseudoniem Anastasius ging P. Duys schuil

Door Anastasius [= P. Duys]. Deze onthulling tussen haakjes staat op een artikel in het Sluiterarchief van Museum de Scheper. Duys stichtte verwarring met een verzonnen verhaal over Sluiters vlucht in het Rampjaar 1672. Zijn novelle De redding van een dichter, (1672) uit 1865 plaatste boze katholieke Beltrumse boeren in de verdachtenbank. Het zette ruim een eeuw geleden H.W. Heuvel in een boekje over Sluiter op het verkeerde been. Streekhistoricus Hendrik Odink ontdekte even later, dat de schrijver al lang had bekend dat zijn verhaal was verzonnen.

DSC05985 2 k

Onderbelichte anagrammen voor Sluiter meer dan spel

Anagrammen van Willem Sluiter (1627-1673) trekken na eeuwen via een omweg nog weer aandacht. Ze zijn onderschat. Ook door mij. Letterkeer was bij hem toch meer dan een spel. Heer, sus lust my u will, luidde zijn geliefdste anagram. Niet oorspronkelijk uit zijn eigen pen. Hij had het te danken aan zijn vriend en collega-dominee Magnus Umbgrove. Sus betekent hierin aldus.

1 Anagram 1 bewerkt-1

Ook in Sluiters handschriften bevinden zich enkele anagrammen. Zoals bij een rijmpje uit 1669 voor Elisabet Bornius, voorin zijn lofzang op Maria, waaronder hij niet zijn handtekening plaatste, maar dit bekende anagram.

Vollenhove’s ‘Wel hem’ voor Sluiter verwijst naar Vondel

Schermopname 3130 bewerkt-1De Vondel-kroniek bracht de dichters Vondel, Vollenhove en Sluiter negentig jaar geleden even met elkaar in verband. In een noot bij het artikel van Vondelkenner B.H. Molkenboer over ‘Oranje’s beeld in Vondels vers’. Hij schonk hierin aandacht aan Vondels woordspel ‘Welhem’ voor prins Willem II. In een lofdicht voor Willem Sluiters eerste bundel sloot Vollenhove hierop aan met ‘Wel hem’.

Lof van Tachtiger Willem Kloos voor Willem Sluiter

Kloos over Sluiter bewerkt-2 2 k bewerkt-1

Dichter Willem Kloos, een belangrijk vertegenwoordiger van de Tachtigers, heeft lof geuit voor dichter en dominee Willem Sluiter. De latere bijnaam ‘De kleine leeuwerik’ voor Sluiter past er goed bij. Een via Delpher gelezen artikel van een eeuw geleden uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant (24 maart 1923) bracht het verassende verhaal compliment aan het licht.

Met eerste vrouwelijke doctor letteren bij Sluiterbron

collaga Nijland bewerkt-2

Steeds vaker ontwikkelt zich uit een klein bericht bij het onderzoek naar dichter Willem Sluiter (1627-1673) een groot verhaal. De eerste vrouwelijke Nederlandse doctor in de letteren, dr. J. Aleida Nijland (1870-1950), voert ons deze keer mee naar een belangrijke bron bij Sluiters geboorteplek in Neede, haar vader.

Hoe Sluiters liederen naklinken in kerken en elders

Het past bij dichter Willem Sluiter en de hernieuwde belangstelling die in deze eeuw voor hem en zijn werk is ontstaan iets te schrijven over zijn liederen, over het naklinken van zijn liederen in kerken en elders. Het gaat hier vooral over wat ervan rest. Enkele aspecten hiervan worden belicht aan de hand ook van stukken uit het Sluiterarchief van Museum de Scheper in Eibergen, waarvoor verzamelaar Herman Schepers (1935-2019) de grondlegger is. Zonder hem waren die puzzelstukjes niet meer zo goed in beeld te brengen.

Els Stronks becijferde in haar boek Stichten of schitteren dat het oeuvre van Sluiter in totaal ongeveer 360 geestelijke liederen telt. “Sluiter koos aan het begin van zijn literaire carrière welbewust voor het toegankelijke lied”, schrijft zij. Volgens haar toont een register bij zijn bundel ook dat Sluiter schreef voor alle leeftijdscategorieën en levensomstandigheden. Op elk moment, bij iedere gelegenheid en elk gevoel kon een lied gezongen worden.

WILLEM SLUITER ONTHULLING 16 k bewerkt-2

Het christelijk gemengd koor ONO uit Eibergen, onder leiding van Ad Krijger, zong enkele liederen van Sluiter tijdens de Zangdagavond op 25 november 2007 in Geesteren (G) en bij de onthulling van de plaquette van de dichter in september 2013 in Zwolle, waarvan Maarten Zeehandelaar deze foto maakte.

Sluiter en Maria in Amerikaans onderzoek kunstgeschiedenis

Maria calvinistisch in beeld gebracht

Willem Sluiter is grotendeels verdwenen uit de aandacht van de Amerikaanse calvinistische gemeenschap, al hebben tientallen Amerikaanse bibliotheken nog wel zijn bundels en het proefschrift van Blokland over zijn werk in hun collectie, niet alleen in de ‘'Bible Belt' in en rond de noordelijke staat Michigan, waar nog steeds veel nakomelingen van Nederlandse immigranten wonen. Des te verrassender is dat een Amerikaanse cultuurhistorica in het zuidelijke Georgia nog begin deze eeuw onderzoek blijkt te hebben gedaan naar de ontvangst van Maria in de Nederlanden in de 17e eeuw, en dan vooral naar de voor calvinisten aanvaardbare beeldvorming van de moeder van Jezus. Het loflied van Willem Sluiter over Maria en de illustraties daarin spelen daarbij volgens haar een essentiële rol.

door Peter Sluiter, verre nazaat van de dichter, met bijdragen van Elissa Auerbach, Georg Hartong en Arend Heideman 

BAH P1010869 m bewerkt-1   BAH P1010869

Titelprent en -blad van Willem Sluiters lofzang op Maria, met daaronder in het Latijn de bijbelwoorden: Zie hier, de dienstmaagd des Heren, niet mijn wil maar Uw wil geschiede. Maker gravure onbekend.

Willem Sluiters initialenrijke lofdichteres

Margareta de Sandra bewerkt-4

Een archiefstuk in Museum de Scheper in Eibergen (linksboven in collage) herinnert aan het contact van Willem Sluiter met Margareta de Sandra-Tortarolis uit Deventer en zijn handschrift hierbij dat een paar eeuwen later weer aan het licht kwam (rechtsonder). Een artikel van de Nieuwe Taalgids uit 1970. ‘Willem Sluiters initialenrijke lofdichteres’, luidde de titel. Hierin werd onthuld wie de belangrijke Deventerse was die in 1661 met een gedicht voorin Willem Sluiters eerste bundel prijkte, zijn Psalmen, Lof-Sangen en Geestelike Liedekens (zie onderin collage, links en midden).

Werk Willem Sluiter in Zuid-Afrika verdrongen naar archief

Wat Willem Sluiter met Assepoester heeft te maken

Cendrillon2 1 - kopie

Assepoester op het bal door Gustave Doré (via Wikipedia).

De literaire betekenis van Willem Sluiter is soms af te leiden uit een klein bericht (gezien via Delpher), over bijvoorbeeld de herkomst van de sprookjesnaam ‘Asschepoestertje’. Een bericht uit 1895 voert een dichtregel van ‘den Nederlandschen dichter’ Sluiter op om te bewijzen dat dit woord al bekend was voordat de Franse versie van het sprookje werd gepubliceerd, waaraan een Nederlandse vertaling werd ontleend. De informatie hierover verscheen in Noord en Zuid, taalkundig tijdschrift voor de beide Nederlanden, ten behoeve van onderwijzers.