Sluiters komische gedicht bij onverwacht bezoek
Recent kwam de relatie van de dichter Willem Sluiter (1627-1673) tot vrouwen in de schijnwerpers te staan. Hier is nog een interessant voorbeeld aan toe te voegen. Met een vrij komisch gedicht. Ik las het voor het eerst in een Gelderse almanak uit 1837, die ik sinds een paar dagen in mijn bezit heb. Hierin staan twee gedichten van hem die anderhalve eeuw na zijn overlijden via dit drukwerk pas zijn gepubliceerd (en wellicht hierna niet weer).
In het eerste gedicht bedankt hij een nicht in Arnhem die hem tijdens de vlucht aan het eind van zijn leven gastvrij onthaalde met een bovenkamertje. Interessanter en aantrekkelijker – met leuke regels over zijn leefomgeving – is het tweede gedicht, over een zeer onverwacht bezoek van de gravin en haar dochter uit Borculo. Ondanks zijn warme band met hen schrok hij. Zij overvielen hem op 30 maart 1671 met een bezoek tegen etenstijd. Kennelijk waren ze niet gerust op het functioneren van de huishouding van Sluiter, die na het overlijden van zijn nog jonge vrouw, die hem twee kinderen naliet, was aangewezen op de hulp van een meid.
Met enige overdrijving en ironie reageerde hij in dichtvorm op hun komst. Al na een paar vierregelige verzen zag hij echter kans ook in dit geval de voordelen van zijn sobere levensstijl te schilderen. Hij slaagde er zelfs in volledig in eigen geest ook nog een vrome draai te geven aan zijn 68 regels tellende gedicht. Wilt u het compleet lezen? Klik dan op deze regels.