Willem Sluiter dichtte minimaal twee keer over zwaluw

Sluiter Swaluw en Swaelwen bewerkt- k

De belangrijkste vogel in het werk van dichter Willem Sluiter (1627-1673) is en blijft de leeuwerik. Hij blijkt echter minimaal twee keer ook over de zwaluw te hebben gedicht. Als liefhebber van de boerenzwaluw zocht ik daar al langer naar. Een nieuwe speurtocht leverde recent resultaat op. In zijn Christelijke doodts-betrachting komt de vogelnaam voor als swaluw. Een andere schrijfwijze en het meervoud is te vinden in Gezangen van Heilige en Godtvruchtige stoffe: swaelwen. Sluiter werd wel de ‘kleine leeuwerik’ genoemd, naar de in deze omgeving vrijwel verdwenen vogel, die jubelend opstijgt naar de hemel. Hij dichtte het lied Op het zingen van den Leeuw’rik. Aan de hand hiervan kreeg hij drie eeuwen na zijn aantreden als dominee in Eibergen, in 1953, ook herwaardering als dichter. Van taal- en letterkundige dr. Klaas Heeroma (1909-1972; ook bekend als dichter, onder de naam Muus Jacobse). Hij wees erop hoe Sluiter zich hierin tekende “in zijn vreugde over de vrije natuur, zijn zangdrift en zijn hemelverlangen”. 

Genderaspecten bij opdrachten aan grafelijke familie diffuus

2022-09-24 7

Willem Sluiter (1627-1673) droeg naar verhouding vaak dichtbundels op aan vrouwen. Aan drie leden van één gezin, de grafelijke familie in het kasteel te Borculo, betoonde hij met zijn publicaties ook deze eer. Marjan van den Broek zag hierin voor haar bachelor-eindwerkstuk aan de Universiteit Utrecht een uitgelezen kans te onderzoeken hoe zijn opdrachten aan vrouwen verschilden van die aan mannen.

Nina Geerdink, docent vroegmoderne Nederlandse letterkunde in Utrecht, wist haar en een andere student te interesseren voor onderzoek naar de bijzondere relatie in het werk van Sluiter tot vrouwen. Hun werkstukken zijn op de site www.willemsluiter.nl kort samengevat. Voor meer informatie of contact: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

Hypothese vooralsnog niet bevestigd

De onderzoeksresultaten, schrijft Van den Broek, komen niet overeen met de verwachting dat de opdrachtgedichten van Sluiter aan vrouwen verschillen van die aan mannen. Sommige verschillen kunnen echter wel gerelateerd worden aan gender. Genderaspecten spelen wel een rol in deze gedichten van Sluiter, maar lang niet alle verschillen kunnen toegeschreven worden aan gender, gedragscodes die in een bepaalde cultuur voor mannen en vrouwen gelden. De hypothese dat gender een rol speelt in het werk van Sluiter kan daarom door haar vooralsnog niet bevestigd worden. Diffuus blijft voorlopig het beeld.

Het eindwerkstuk van Van den Broek draagt als titel ‘Willem Sluiter’. ‘Een onderzoek naar de opdrachten van Sluiter aan de familie Van Limburg Stirum’, luidt de ondertitel. Hiervoor werden de drie opdrachtgedichten bestudeerd en met elkaar vergeleken: het gedicht aan Elisabeth in de bundel Psalmen, lof-sangen, ende geestelike liedekens, het gedicht aan Otto in Buiten-leven en het gedicht aan dochter Amelia in Eensaem huis- en winter-leven.

Naar het oordeel van Van den Broek mag haar hypothese nog niet direct verworpen worden. Sluiter heeft meer werken aan vrouwen opgedragen, die kunnen ook worden bestudeerd.

Hield de graaf minder van lezen?

Een opvallende zin is in de ogen van Van den Broek de zin waarin gezegd wordt dat Sluiter de graaf niet wil belasten met te veel leeswerk. Betekent dit wellicht dat de graaf minder van lezen hield en minder met literatuur bezig was dan zijn juist zeer belezen vrouw en dochter? Dit verschil kan ook wel beschouwd worden als een ‘gender’-verschil.

Het werkstuk informeert ook over hoe rond 1500 schrijvers opdrachtgedichten schreven met hyperbolische lof aan hun beschermheren. In de hoop op financiële ondersteuning. De toewijding verbond de naam van de schrijver met de beschermheer en gaf de schrijver faam. Dit bevorderde de verkoop. Een beschermheer handelde ook uit eigenbelang. Zijn faam werd namelijk via de gedrukte boeken verspreid.

 

Invloed Sluiter te danken aan aanpassing aan gemoedelijke volksaard

Dr. O.C. Broek Roelofs (1911-2005) nam in 1947 toen hij aan de Vrije Universiteit in Amsterdam promoveerde op Wilhelmus Baudartius, ‘den geleerden predikant van Zutphen’, een stelling op over dichter en dominee Willem Sluiter. De invloed van deze dichter in Eibergen en omgeving was volgens hem te danken aan zijn aanpassing “aan den gemoedelijke volksaard”. Broek Roelofs was in en rond de bezettingsjaren predikant van de gereformeerde kerk van Geesteren-Gelselaar, schreef veel over deze kerk en was ook buiten deze kerk zeer geliefd om zijn verzetshouding in de Tweede Wereldoorlog.

Broek Roelofs bewerkt-4

Needse dominees hielpen Sluiter aan anagrammen

Dichter Willem Sluiter (1627-1673) was een groot liefhebber van anagrammen. Bij deze letterkeer blijken twee Needse dominees een bijzondere bijdrage te hebben geleverd. Een anagram is een woord of zin, gevormd uit de letters van een ander woord of een andere zin, maar in een andere volgorde. Een artikel hierover publiceert Arend J. Heideman dit najaar in de aanloop naar de expositie over Sluiters werk bij de Vrije Universiteit Amsterdam, die begint in december, rond zijn 350e sterfdag. Het onderzoek hiervoor was al voorlopig afgerond, maar dit weekend (half februari 2023) kon nog een leuke vondst worden toegevoegd.

anagram huisruste beckinck bewerkt-1kopie

 Bekend was al dat Sluiter dol was op het anagram dat de Needse predikant en vriend Magnus Umbgrove voor hem had bedacht: Heer, sus lust my u will. Dit gebruikte hij vaak. Umbgrove  veranderde hiervoor de naam in Wilhelmus Sluyterus. Zijn opvolger in Neede, Everhardus Beckinck, blijkt met lofdichten in Sluiters gewaardeerde gedicht Buiten-Leven, ook een bijzondere dienst te hebben geleverd. Twee bekende regels hieruit (zie onderste regels collage) prijken op het informatiebord bij het vorig jaar onthulde borstbeeld van Sluiter naast de Grote Kerk in Neede.

Minder aandacht trok tot nu een lofdicht van Beckinck in de vorm van een anagram: HUIS-RUSTE LUST MY WELL, waarvoor hij in de door Umbgrove gepresenteerde naam nog een t toevoegde. In aangepaste vorm nam Sluiter dit anagram over in zijn andere lange gedicht, Eensaem Huis- en Winter-Leven. Hij voegde met kleine letters het woord ‘altijt’ toe. Teruglezend in Buiten-Leven ontdekte Heideman dat deze dichtregel uit de pen vloeide in Sluiters geboorteplaats, Neede. 

Werk van Sluiter te vinden in digitale bibliotheek