Gebruikspoëzie onthult Sluiters reikwijdte
Hoe groot de reikwijdte van Willem Sluiters dichtregels is geweest, blijkt uit via Delpher gevonden krantenberichten. Een aantal berichten diende kennelijk om vrouwen te helpen die gebukt gingen onder de grote voorjaarsschoonmaak. Hierin klonk verkapt het advies door deze taak lichter op te vatten.
Met een ander bericht werd gepleit voor een eenvoudig leven, met zo min mogelijk hulp van dienstboden. Dit stond op 1 april 1881 in de Java-bode, die bestemd was voor voormalig Nederlands-Indië.
Het bericht over schoonmaakellende in het voorjaar verscheen gedurende een langere periode in een aantal kranten. De Goesche Courant van 14 april 1923 en enkele dagen later het ook in Goes verschijnende Volksblad publiceerden het met de mededeling, dat het was overgenomen uit het Dagblad voor Noord-Brabant. In de begeleidende informatie stond dat het bijna 250 jaar geleden was dat de dichter overleed (niet zoals het bericht meldt in Eibergen bij Zwolle, maar in de Overijsselse hoofdstad Zwolle). Een eeuw later, rond zijn 350e sterfdag, wordt in december bij de Vrije Universiteit Amsterdam een expositie geopend van zijn werk. Dezelfde dichtregels verschenen op 14 april 1949 opnieuw in een krant. Deze keer in de Nieuwe Vlaardingsche Courant, in weer een ander gebied dus.
Zowel de over dienstbodes gepubliceerde Sluiteregels als die bij schooonmaakellende zijn afkomstig uit zijn lange gedicht Eensaem Huis- en Winter-Leven, waarin ook zijn bekendste regels staan: Waer iemant duisent vreugden soek, Mijn vreugt is in dees’ achter-hoek. Dit lange gedicht zonder literaire pretenties is een lofzang op het plattelandsleven en een verdediging van zijn eenvoudige levenswijze en matigheid.
Zonder meid of knecht voelde Sluiter zich de koning te rijk. Voor hem hoefde in huis ook niet alles kraakhelder te zijn. Een beetje stof deerde hem niet.
Bij het schoonmaakbericht werd vermeld, dat Sluiter predikant-dichter was. Verder ontbrak elk spoor van de stichtelijke achtergrond bij de gepropageerde sobere levensstijl. In het oorspronkelijke drukwerk werd zoals bij veel dichtregels van Sluiter in de kantlijn verwezen naar een Bijbeltekst. In dit geval: I Corinthiërs 6, vers 13, waar de woorden over spijs en de buik aan zijn ontleend. Gebruikspoëzie voor de schoonmaaktijd was andere stof.
(foto: met dank aan Boerderijmuseum de Lebbenbrugge in Borculo)