Met eerste vrouwelijke doctor letteren bij Sluiterbron

collaga Nijland bewerkt-2

Steeds vaker ontwikkelt zich uit een klein bericht bij het onderzoek naar dichter Willem Sluiter (1627-1673) een groot verhaal. De eerste vrouwelijke Nederlandse doctor in de letteren, dr. J. Aleida Nijland (1870-1950), voert ons deze keer mee naar een belangrijke bron bij Sluiters geboorteplek in Neede, haar vader.

Deels is de informatiegroei te danken aan digitale ontwikkelingen. Via de site Delpher kwam eerst de bloemlezing Verzen van Nijland in beeld, die jarenlang in tal van scholen is gebruikt. Hierin prijkt het leeuwerikslied van Sluiter. Naast werk van een groot aantal andere dichters. Door veel onderzoek in de afgelopen jaren komen hierbij nog meer zaken aan het licht. Aan de vooravond van Pinksteren 2023 werd bij verder speurwerk een spoor ontdekt naar Batavia, Neede en Rotterdam.

Interessante samensteller bloemlezing voor onderwijs

In de aanloop naar de Sluiterexpositie eind dit jaar bij de Vrije Universiteit Amsterdam parkeerde ik digitale informatie. Onder andere voor een kort bericht over de bloemlezing Verzen, waarvan de eerste druk verscheen in 1907. Met de gedachte dat dit iets kan vertellen over hoe Sluiters werk in een bepaalde periode leefde. Informatie over de samensteller ontbrak nog. In de 4e druk, uit 1929, zag ik voorin de naam van de samensteller, Johanna Aleida Nijland, waarover internet aanvullende informatie biedt. Interessant, bleek direct. Deze in Hoorn geboren en in Utrecht overleden Nederlandse literatuuronderzoeker en lerares werd in 1896 als eerste Nederlandse vrouw doctor in de letteren. Zij publiceerde onder meer biografieën van Jacobus Bellamy (1918) en Joost van den Vondel (1950). Gek genoeg heb ik van deze belangrijke vrouw nergens een foto kunnen vinden.

Johanna Aleida Nijland werd als laatste van drie kinderen geboren in het onderwijzersgezin van Albertus Hendrikus Nijland (1832-1894), die letterkundige en leraar was, en Harmina Antoinetta Huender (1835-1899). Toen ze zes was verwierf de vader een betrekking als leraar aan het gymnasium te Batavia. De combinatie van deze plaatsnaam en familienaam riep direct een herinnering in mij op. Zij bleek dus een dochter van de man die over Willem Sluiter had willen schrijven!

Aan A.H. Nijland is het onder andere te danken dat we weten dat Sluiter in Eibergen, waar hij van 1653 tot 1673 predikant was, aanvankelijk smalend ‘den Needschen starthakkenkremer’ werd genoemd. Starthakke is afval van gesponnen vlas en een kremer is een handelaar. De door de graaf in het kasteel te Borculo doorgedrukte benoeming van Sluiter stuitte op grote weerstand bij de kerkelijke gemeente in Eibergen en bij de classis Zutphen. Later werd hij in Eibergen zeer geliefd.

Zonder het te weten gewoond in Sluiters geboortehuis

De Achterhoekse schrijver H.W. Heuvel (Sluiterbiograaf C. Blokland zocht er voor zijn proefschrift uit 1965 vergeefs naar), die in 1919 een boek over Sluiter publiceerde, heeft even later later dankbaar gebruik gemaakt van notities van Nijland. Hij schreef: “Zonder het te weten, had de heer Nijland 4 jaren in Sluiters geboortehuis (nu hotel Wullink te Neede [later bloemenhuis Kistemaker, ajh]) gewoond. In 1874 zag hij daar een eikenhouten kast van de fam. Sl. met het jaartal 1620, de beide portretten, een geschilderd glasruitje met ‘Juffrou Anna Sluiter A 1671’ en een paar beschilderde glazen halfronden met gekleurde figuren, wellicht een familiewapen (dit was het halve paard op zilveren veld, teeken van het Brouwersgilde).”

Via Heuvel zijn deze herinneringen gepubliceerd in een naschrift bij zijn in 1921 verschenen Gids voor Eibergen en Groenlo. Hij kreeg een pakket bijzondere aantekeningen onder ogen van de in 1832 in Varsseveld geboren A.H. Nijland, die van 1860 tot 1868 hoofdonderwijzer was van een ‘Bijz. school’ in Neede. In een schoolbericht van eind 1860 is gemeld dat hij op 5 november van dat jaar in Neede een ‘Bijzondere school’ opende, die net als Sluiters geboortehuis nabij de kerk moet hebben gestaan, voor het geven van onderwijs, “vermeld onder de letters a-k van art. 1 der wet op het lager onderwijs”. Nijland was van plan over het leven van Sluiter te schrijven. Daarom las hij veel over hem, correspondeerde over Sluiter en sprak met oude mensen in Eibergen over deze dominee en dichter. Tot publicatie kwam het niet. Nijland werd leraar aan een HBS in Hoorn, vertrok later naar Nederlands-Indië en is in 1894 overleden in Leiden.

Van de sfeer op deze plek net na de tijd van Nijland in Neede is nog een glimp op te vangen op een foto van omstreeks 1880 in het boekje Neede in oude ansichten van Gerrit A. Hemelman. Herkenbaar is nu op deze foto alleen nog het kerkgebouw. Hiertegenover moet de dichter zijn geboren. Zijn vader en grootvader van moederskant hadden er hun graanhandel en bierbrouwerij.

Gericht op Gezelle en Vondel

Nu terug naar de dochter waarmee dit verhaal begon. Als neerlandica richtte Nijland zich vooral op de dichters Guido Gezelle en Joost van den Vondel. Zij liet het Nederlandse publiek kennis maken met de Vlaamse dichter Gezelle waarover zij in 1904 een bloemlezing publiceerde, en later een bundel rond de mystieke verzen van Gezelle. Opvallend is ook dat ze van niemand zoveel gedichten opnam als van laatstgenoemde dichter: dertien. Van Vondel zes. Van Nijlands tijdgenote Henriëtte Roland Holst-Van der Schalk staan er zeven in. Van A.C.W. Staring nam ze Herdenking op en van Sluiter Op het zingen van den leeuwerik.

Of J. Aleida Nijland heeft geweten hoe haar vader precies bezig is geweest, is niet bekend. Waarschijnlijk heeft ze, gezien hun beider activiteiten in het onderwijs, wel enige invloed van hem ondergaan. Er is bovendien nog een ander interessant spoor. Haar vader en zij zelf kunnen in onderwijs- en culturele kringen zowel in Batavia als in Rotterdam en Amsterdam, waar ze later lerares is geweest aan middelbare scholen, verschillende nazaten van Willem Sluiter hebben ontmoet.

Welke invloed het voorgaande en andere zaken precies op haar hebben gehad, mag dan voor dit artikel niet te achterhalen zijn, er blijven voldoende andere interessante aspecten over. Haar selectie van dichters spreekt bijvoorbeeld boekdelen. Vaststaat dat door haar Sluiters naam ook nog jaren nagalmde in het onderwijs. Op internet is te lezen dat de tweede druk van de door Nijland samengestelde bloemlezing in 1946 door dr. M.H. van der Zeyde, bekend als vriendin van Ida Gerhardt, is herzien en gepubliceerd.

Een bericht van hooguit enkele regels over één gedicht van Willem Sluiter stroomde hiermee digitaal over.

Arend J. Heideman                                                                         Gelselaar, Pinksteren 2023