Vollenhove en Sluiter verschilden in talenten

De bevriende predikanten en dichters Joannes Vollenhove en Willem Sluiter waren allebei getalenteerd, alleen verschilden de talenten waarover ieder beschikte. Met deze conclusie sluit Geert Dibbets een artikel af, dat in de aanloop naar de expositie over Sluiter bij de Vrije Universiteit Amsterdam is gepubliceerd op deze site. Zie de link naar het artikel onderaan dit bericht.

Schermopname 3568 3

Over Vollenhove schreef Dibbets in 2007 een biografie: Joannes Vollenhove (1631 – 1708). dominee – dichter. Over Vollenhove en Sluiter reikte hij eerder al informatie aan voor het in 1996 verschenen proefschrift van Els Stronks: Stichten of schitteren. De poëzie van zeventiende-eeuwse gereformeerde predikanten.

Dibbets maakt in zijn slotconclusie gebruik van de hoofdtitel van Stronks’ proefschrift. “Sluiter heeft met zijn toegankelijke gedichten, die op de grote groep eenvoudige gemeenteleden afgestemd waren en waarin eenieder voor bijna elke gelegenheid iets toepasselijks kon vinden, meer gesticht dan artistiek geschitterd”, schrijft hij. Ook Vollenhove vond de stof die Sluiter in zijn gedichten heeft behandeld belangrijker dan het poëtisch gehalte van diens poëzie.

“Vollenhove had met zijn gedichten in ‘parnastaal’ een veel kleiner bereik: de intellectuele protestantse bovenlaag”, stelt Dibbets vast. “Verzameld dichtwerk van Vollenhove is slechts één maal verschenen, in de bundel Kruistriomf en gezangen (1750), waarin alleen religieuze gedichten zijn opgenomen; alleen zijn Kruistriomf heeft tot in de negentiende eeuw een aantal herdrukken en de verschijning van enkele vertalingen beleefd. Sluiters bundels daarentegen hebben tot 1861 vele malen het licht gezien, zoals Blokland [schreef proefschrift over Sluiter] heeft laten zien.”

Klik om het artikel Sluiter en Vollenhove van Geert Dibbets te lezen op deze regel.