Ook avondmaalszilver verbindt Sluiter met Haarlo

op .

4 bewerkt-5

Het door nazaten van Willem Sluiter aan de kerk in Haarlo in 1858 geschonken avondmaalszilver.

Niet alleen Neede en Eibergen zijn nauw verbonden met dichter en dominee Willem Sluiter, maar ook Haarlo. Naast de Sluiterboom bij Kulturhus ’t Stieltjen en een naar hem genoemde weg (waarin de naam met een y is vermeld) zijn er dichtregels van hem over dit dorp en zijn kapel en sporen op het kerkelijk erf, waaronder avondmaalszilver. In het boek Van achter-hoek tot Achterhoek zijn er vijf jaar geleden al foto’s van gepubliceerd, die twee jaar geleden ook zijn benut voor een uitgebreide beschrijving van het religieus erfgoed van kerkgebouw De Kluntjespot in opdracht van het Catharijneconvent.

Via de krantensite Delpher dook er recent interessante aanvullende informatie over op. In een artikel van Twentsch dagblad Tubantia van 12 september 1958 over een reünie in 1958 van de familie Bloemers, een eeuw nadat een dominee uit dit geslacht aantrad in het toen net geopende kerkgebouw met zijn opmerkelijke vorm: achtkantig. Onder de verwanten bevond zich ook commissaris van de koningin in Gelderland, H.W. Bloemers, kleinzoon van de dominee en zoon van oud-burgmeester H.P.J. Bloemers van Borculo.

Schermopname 2478 Schermopname 3209 Schermopname 2006

Artikel Twentsch dagblad Tubantia van 12 september 1958 over een reünie in 1958 van de familie Bloemers n Haarlo en bericht hierover een dag later in het Zutphens Dagblad.

Cadeau nazaten

Een predikant uit het geslacht van dichter en dominee Willem Sluiter schonk het avondmaalszilver in 1858 aan de hervormde gemeente van Haarlo en Waterhoek, die eens ook onder de hoede viel van de Eibergse predikant Willem Sluiter. Hendrik Odink schreef er in 1954 over: “Een afstammeling in het zesde lid, jarenlang dominee in Voorschoten, schonk omstreeks 1860 het avondmaalszilver aan de kerk te Haarlo, die, pas van Eibergen afgescheiden, een zelfstandig kerspel was geworden.” Een inscriptie op een metalen plaatje in een nu buiten de kerk (sinds oktober 2015 eigendom van de Stichting Oude Gelderse Kerken) ondergebracht kistje, waarin de borden/schalen, bekers en kan worden bewaard, noemt het jaartal 1858.

IMG 0266 k bewerkt-1 4.b avondmaalszilver Haarlo 

De kist met het Haarlose avondmaalszilver en het informatieplaatje dat meldt dat het is geschonken in 1858.

Naam Sluiter op klok

Dagblad Tubantia publiceerde ook in 1937 (23 december) een artikel over De Kluntjespot waarin Sluiter nadrukkelijk werd genoemd. Het artikel onthult ook dat op de klok van de kerk naar de Haarlose dichtregels van Sluiter wordt verwezen. Het tweede van zestien coupletten Aan onse Gemeinte in de buerte van Haarlo luidt:

Kom ick u Kapell’ken nadren,

Gy kont, sonder Klok-geluit,

Haast tot my by-een vergadren.

Lust en liefde lokt u uit.

Als gy dan, soo mans als vrouwen,

Weer-zijds fraai beset uw perk,

Lijkt, in ‘t aangenaam aanschouwen,

Uw kapell’ken wel een kerk.

Een kerk werd er twee eeuwen later gebouwd. Met een passend cadeau lieten Sluiters nazaten blijken Haarlo nog niet te zijn vergeten.

Schermopname 2512

In het nummer van 23 december 1937 schonk dagblad Tubantia ook al aandacht aan de kerk in Haarlo en de betekenis hiervoor van Willem Sluiter, naar wiens naam en dichtregels ook wordt verwezen op een klok.

Zomerse Willem Sluiter tussen Huygens en Vondel

op .

DSC00462 bewerkt-3

Als muurgedicht prijken bekende dichtregels van Willem Sluiter op een gevel van lunchroom De Heerlijkheid in Borculo. 

De kijk van Willem Sluiter op de natuur bleek begin vorige eeuw voor velen een waar genot. Het Zondagsblad van de krant Het Nieuws van den Dag, een krant met ‘vrijzinnige denkbeelden’ en een poosje later kopblad van De Telegraaf, getuigde hiervan op 19 juli 1903. Het opende met het artikel Zomerochtend bij dichters der 17de eeuw. Samen met de iets oudere tijdgenoot en predikant Dirk Rafaelsz. Camphuysen kreeg Sluiter hierin een warme plek tussen de dichters Christiaan Huygens en Joost van den Vondel.

Opvallend aan het begeleidende verhaal over Sluiter is hoe sterk hij in bescherming werd genomen tegen het oordeel over hem in letterkundige handboekjes van vroeger en van ‘toongevers van heden’ (critici). Het blad stelde hier tegenover, “dat de opvatting en voorstelling van Willem Sluyter [geschreven met y] genoegen en genot hebben geschonken aan honderden en waarschijnlijk duizenden der lezers, voor wie het Buyten-leven de openbaring was van hun eigen denken en gevoelen”. Dat deze krant hier op deze wijze aandacht voor vroeg bevestigt hoe breed Sluiters werk werd gewaardeerd en dat de interesse zich niet beperkte tot kringen van gelovigen.

Van Sluiter werden in het artikel onder andere bekende regels geciteerd uit zijn lange gedicht Buiten-Leven.

Ik kies de beemden en ’t geboomt,

Daer ’t versche water lieflyk stroomt,

Daer sitt’ ik neer, om wat te rusten,

Of ga al wand’lend mij verlusten

En sie, in vreugd mijns herten dan

Het schoon gebouw des hemels an.

Als muurgedicht zijn deze dichtregels enkele jaren geleden aangebracht op een gevel van lunchroom De Heerlijkheid in Borculo, op de hoek van de Weemhof en het Muraltplein.

De auteur van het verhaal in te Zondagsblad besefte goed, dat ‘onze Eibergsche poëet’ in de natuur “’een heerlijk geschenk des Algoeden” zag en dat volgens hem “de schoonheid der aarde in haar heerlijkst gewaad moet dienen om den mensch op den hemel belust te maken”. Daar had het blad kennelijk minder moeite mee dan Sluiter meten met de maatstaf van kunstopvattingen. 

Schermopname 2189 Schermopname 3207 k

Zomerartikel Zondagsblad van de krant Het Nieuws van den Dag op 19 juli 1903, waarin dichtregels van Willem Sluiter ruim aandacht kregen. 

 

 

Sluiter ook elders een paar eeuwen cultureel in beeld

op .

Dichter Willem Sluiter (1627-1673) is zo nauw verweven geraakt met de Achterhoek, dat het soms lijkt of hij daarbuiten niet bekend was, maar dit beeld klopt niet. Wel degelijk klonk zijn werk ook elders een paar eeuwen door. Oude krantenberichten, die via Delpher zijn te raadplegen, geven hiervan mooie voorbeelden.

Schermopname 2468

Werving in Friesland met Sluiterlied

Hoe belangrijk Sluiter cultureel gezien was, ook in Friesland, leert een ingezonden stuk van bijna een eeuw geleden uit de Dragster Courant (16-10-1925) over een kerkconcert. Het wervende stuk werd afgesloten met regels uit een lied van Sluiter, uit zijn Gezangen van Heilige en Godvruchtige stoffe (op de site digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren te lezen via de volgende link: https://www.dbnl.org/tekst/slui006geza01_01/slui006geza01_01_0008.php).

Voordracht hoogleraar in Haarlem

De voordacht van de Utrechtse hoogleraar dr. G. Kalff (later hoogleraar in de Nederlandse letterkunde en de geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden en hier ook nog een poosje rector magnificus) in december 1900 in Haarlem was van andere aard, maar even interessant. Hij ging na hoe de mens behoefte heeft samen te gaan met de natuur. De ontwikkeling van het natuurgevoel bij het Nederlandse volk, was zijn onderwerp. In een rijtje namen noemde hij na Vondel, Coornhert, Spieghel, en Huygens ook Willem Sluyter van Eybergen. “Van menigen dichter werden uitingen van het natuurgevoel aangehaald, waardoor het gesprokene won aan aantrekkelijkheid”, aldus een verslag hierover in de Opregte Haarlemsche Courant van 21 december 1900. Een voorbeeld weer van Sluiters culturele betekenis.

Schermopname 2491Schermopname 2490

Dietsche Kunstavond in Den Haag

En op de Dietsche Kunstavond van het Alg. Nederl. Verbond in Den Haag in oktober 1922, waarvoor ondanks concurrentie grote belangstelling bestond, werd na de pauze een gedichtje voorgedragen van Willem Sluiter, meldde het blad De Nederlander op 16 oktober van die maand.

Schermopname 3115

 

Meer artikelen...