Plan kunstwerk bij geboorteplek Willem Sluiter in Neede

op .

                                    comité bij beeldhouwer kl

Het comité voor een herinnering aan Willem Sluiter in Neede ziet in de beeldhouwer Anton ter Braak (tweede van links) de aangewezen persoon voor het vervaardigen van een kunstwerk bij zijn geboorteplek. Recent bezocht het drietal (links Mans Koster, rechts Dinant Rohaan en tweede van rechts Arend Heideman) hem in zijn atelier in het Noordijkerveld.

Dichter en dominee Willem Sluiter (1627-1673) is geboren in Neede, maar op deze plek herinnert niets aan hem. Tot verdriet van enkele actieve streekgenoten, met interesse voor de cultuur en de historie. Zij vormden recent een klein comité om zo mogelijk nog volgend jaar voor Sluiters geboortedag (22 maart) hier een door beeldhouwer Anton ter Braak te ververvaardigen kunstwerk te laten verrijzen. Vijf jaar later is het vier eeuwen geleden dat hij hier werd geboren.

Sluiters geboortehuis stond aan de Nieuwstraat (nu nummer 15), tegenover de oude Caecilia-kerk, van de Protestantse Gemeente te Neede. Zijn werk was enkele eeuwen zeer populair. Het plan voor een kunstwerk wordt mede gedragen door belangrijke instellingen in Neede, zoals de lokale VVV (Stichting TIP Neede), die als opdrachtgever wil fungeren en de kerkrentmeesters van de Protestantse Gemeente Neede, die hiervoor grond naast de kerk (Nieuwsstraatzijde) beschikbaar willen stellen.

Wens leeft al een paar jaar

Al sinds 2016 wordt door geïnteresseerden in (cultuur)historie in en buiten Neede gesproken over de wens Sluiters geboorteplek te markeren met een blijvende herinnering. Op verzoek uit die kring heeft beeldhouwer Anton ter Braak, die vaker naar het geschilderde portret van Sluiter werk schiep (onder andere een Sluiterplaquette voor de Grote of Sint Michaëlskerk in Zwolle, waar de dichter is begraven) zelfs al eens een ontwerp gemaakt.

Sluiterkenner Arend J. Heideman sprak in oktober bij de presentatie van de Willem Sluiter Prijs, waarvoor Anton ter Braak een passende penning met een beeld van de dichter erop vervaardigde, opnieuw over het idee voor een herinnering bij zijn geboorteplek. Dit bracht hem direct in contact met twee actieve Needenaren, die graag steun wilden verlenen aan realisering van dit plan. Eén van hen is de nauw bij de al meer dan een eeuw oude VVV Neede betrokken Mans Koster. Hij speelde al langer met deze gedachte en zorgde er drie jaar geleden ook voor dat bovenin de natuurobservatiepost op de Needse Berg een modern Sluitergedicht werd aangebracht. Op persoonlijke titel meldde ook Dinant Rohaan zich. Hij is onder andere voorzitter is van de kerkrentmeesters van de Protestantse Gemeente te Neede.

Passend en met voldoende allure

Bovengenoemd drietal vormde hierop een comité en concludeerde dat het kunstwerk in de eerste plaats passend bij de dichter moet zijn en bij Neede en dat het om waardig te zijn voldoende allure dient te hebben. Een borstbeeld op een sokkel van Bentheimer zandsteen – eeuwen lang in de vorm van doopvonten, waterputten en bouwmateriaal in deze streek gebruikt – bij de zijmuur van de kerk, tegenover de geboorteplek, leek hen hiervoor zeer geschikt. De aangewezen kunstenaar is in hun ogen Anton ter Braak. Opmerkelijk genoeg staat van de uit Neede afkomstige Ter Braak wel werk in plaatsen in de omgeving, maar nog niet in zijn geboorteplaats. Op basis van een offerte van hem is het comité begonnen met een financiële actie voor realisering van het plan.

In zijn periode als predikant in het naburige Eibergen van 1653 tot 1673 ontwikkelde Willem Sluiter zich als dichter. Hij hief een lofzang aan op het eenvoudige plattelandsleven en zijn dichtregels over dees' achter-hoek zijn vaak in verband gebracht met de streeknaam Achterhoek. Zijn werk, waarin de geest van de Moderne Devotie doorklinkt, is vele malen herdrukt.

DSC03312 k

Artkel op pagina 2 en 3 van Achterhoek Nieuws op 5 mei 1921.

Scan 20230123 6 kScan 20230123 4 k

Artikel dagblad Tubantia op 29 april 2021.

Wie pakt de draad op met maken plannen?

op .

aanzet def grootOver zeven jaar is het vier eeuwen geleden dat dichter en dominee Willem Sluiter (1627-1673) is geboren. Vieren is niet alleen terugkijken, maar ook vooruitzien. Daarom heeft informatiepunt willemsluiter.preview.ideemedia.cloud een logo gelanceerd. Net voor 22 maart, Sluiters geboortedatum.

Willem Sluiter hief een lofzang aan op het eenvoudige plattelandsleven en zijn dichtregels over dees' achter-hoek zijn vaak in verband gebracht met de streeknaam Achterhoek. Zijn werk, waarin de geest van de Moderne Devotie doorklinkt, was een paar eeuwen zeer populair. Het is vele malen herdrukt.

Voor Sluiter en zijn werk is opnieuw belangstelling ontstaan. Dit is mede te danken aan het in 2007 verschenen boek ‘Willem Sluiter anno nu; De kleine leeuwerik’ van Arend J. Heideman, dat allerlei nieuwe initiatieven opriep. Een vrucht hiervan is ook zijn informatiepunt over de dichter. Heideman heeft zelf (nog) geen concrete plannen voor de viering van 400 jaar Willem Sluiter. Zijn vroege oproep is vooral bedoeld om ook anderen hiertoe te stimuleren.

Sluiter werd geboren in Neede en was in de periode 1653-1673 voorganger in Eibergen. Aan het eind van zijn leven nam hij nog een beroep aan naar Rouveen. In Zwolle, waar hij een zwager bezocht die arts was, is hij overleden en begraven.

Rijmpje in Sluiters handschrift uit 1669 ontdekt

op .

kopie Heuvel Bornius - kopie

Een eeuw nadat H.W. Heuvel er over publiceerde komt in Willem Sluiters eigen handschrift een rijmpje uit 1669 van deze dichter aan het licht. Eén van de vele vruchten van het project Willem Sluiter en 350 jaar Achterhoek. Willem Sluiter (1627-1673) schreef het vanuit Eibergen, waar hij dominee was, voor Elisabet Bornius. In het familiearchief van een van zijn verre nazaten is het de afgelopen week ontdekt. Het stond voorin het bundeltje Lof der Heilige Maria uit 1669. Met deze lofzang keerde Sluiter zich tegen de aantijging dat protestanten Maria niet meer zouden eren. Heuvel liet in 1919 zijn boekje over Sluiter verschijnen en sloot dat op merkwaardige wijze af met het rijmpje (onder links). Hij meldde erbij dat er in 1879 in de Navorscher over was gepubliceerd. Via internet is dit tijdschrift met de lange ondertitel “EEN MIDDEL TOT GEDACHTEWISSELING EN LETTERKUNDIG VERKEER TUSSCHEN ALLEN DIE IETS WETEN, IETS TE VRAGEN HEBBEN, OF IETS KUNNEN OPLOSSEN” nog te raadplegen (zie onder rechts) . Ook het nummer waar Heuvel naar verwees. En nu is dus ook het origineel beschikbaar (zie foto boven), waaronder de dichter niet zijn handtekening plaatste, maar een bekend anagram (met de letters van zijn naam) van hem: HEER, SUS LUST MY U’ WILL’. Nu moet nog worden achterhaald wie de door Sluiter aangeschrevene was.

slotpagina Heuvelboekje - kopie     Schermopname 641

Gedicht voor Willem Sluiter in Needse uitkijktoren

op .

IMG 6913 - kopie bewerkt-3

De dichter Willem Sluiter (1627-1673) krijgt met poëzie op het hoogste punt in zijn geboorteplaats Neede een passend eerbetoon. Een modern leeuwerik-gedicht van Sander Grootendorst uit Zutphen prijkt binnenkort voor dit doel bovenin de uitkijktoren op de Needse Berg. Het is tevens een roep om de terugkeer van deze bedreigde vogel, die ook hier eens jubelend opsteeg. De VVV Neede voorziet zo de in mei geopende natuurobservatiepost van een extra attractie.

Directe aanleiding voor het nu laten aanbrengen van een gedicht in de uitkijktoren in Neede is het project Willem Sluiter en 350 jaar Achterhoek. Sluiter publiceerde in 1668 in een lang gedicht zijn bekendste regels: Waer iemant duisent vreugden soek,/Mijn vreugt is in dees’ achter-hoek. Sluiters werk, waarin de geest van de Moderne Devotie doorklinkt, was een paar eeuwen zeer populair. Hij hief een lofzang aan op het eenvoudige buitenleven.

Natuurkenner Grootendorst

Dichter, journalist en natuurkenner Sander Grootendorst schreef zijn gedicht ‘Luister Sluiter Leeuwerik’ vijf jaar geleden. Hij droeg het in 2013 voor in de Grote Sint Michaëlskerk in Zwolle. Bij de onthulling van een plaquette ter herinnering aan Willem Sluiter, die hier is begraven.

Sluiter dichtte het lied ‘Op het zingen van den Leeuw’rik’. Aan de hand hiervan kreeg hij drie eeuwen na zijn aantreden als dominee in Eibergen, in 1953, ook herwaardering als dichter. Van taal- en letterkundige dr. Klaas Heeroma (1909-1972; ook bekend als dichter, onder de naam Muus Jacobse). Hij wees erop hoe Sluiter zich hierin tekende “in zijn vreugde over de vrije natuur, zijn zangdrift en zijn hemelverlangen”. Grootendorst liet zich ook inspireren door Sluiters lied en nam er vier regels uit over. Zijn slotregels luiden:

Kijk, en luister: dat is hem toch?

Hoor hem zingen, zie hem zweven

boven Sluiters Buyten-Leven.

De leeuwerik: hij is er nog.

Drijvende kracht achter het aanbrengen van Grootendorsts poëtische verwijzing was VVV-voorzitter en vogelliefhebber Mans Koster. Hij zag na zijn komst in de jaren zestig naar Neede op de Needse Berg vaak nog leeuweriken jubelend opstijgen. En Koster hoopt net als Grootendorst dat de leeuwerik weer terugkeert boven de velden van de Achterhoek.

Het gedicht van Grootendorst hangt vanaf woensdag 8 augustus (dan wordt het onthuld) met een korte toelichting in witte letters op een groen paneel en met een portret van Sluiter tegenover de hoogste tredes van de Needse uitkijkoren. Op een in het oog springende plek. Wie het hoogste punt van Neede bereikt, krijgt oude en nieuw leeuwerik-poëzie cadeau.

Dichtregels van Sluiter over Neede zijn niet bekend. Wel is er een lofdicht met de plaatsnaam bij Sluiters Buiten-leven van Everhardus Beckink, die hier van 1667 tot 1670 predikant was:

Ik ben ’t met Sluiter eens, ‘k ben wel te vrede:

Ik schep mijn adem graeg in d’ open lught te Nede.

Willem Sluiter Prijs voor Achterhoek

op .

2021-04-28

De door beeldhouwer Anton ter Braak vervaardigde penning bij de Willem Sluiter Prijs, initiatiefnemer Bennie te Vaarwerk (1958-2018; foto Anton Schepers) en het door IdeeMedia ontworpen logo.

Wie de Achterhoek op een positieve manier voor het voetlicht brengt, maakt voortaan eens in de vijf jaar kans op een grote prijs. Deze is genoemd naar de nauw met deze streek verbonden dichter en dominee Willem Sluiter (1627-1673). De winnaar ontvangt 5000 euro en een passende penning, die is vervaardigd door beeldhouwer Anton ter Braak. Zowel personen, als een vereniging, stichting, organisatie of bedrijf kunnen worden voorgedragen voor de nieuwe prijs.

Op zaterdag 20 maart 2021 zou de prijs voor de eerste keer uitgereikt worden (in verband met de maatregelen rond het coroinavirus vindt dit later plaats). Via de website www.willemsluiterprijs.nl is over de prijs meer informatie te verkrijgen.

De instelling van de Willem Sluiter Prijs is te danken aan de twee jaar geleden overleden Bennie te Vaarwerk uit Eibergen. Hij stelde hiervoor een legaat beschikbaar en nam het initiatief tot oprichting van de Stichting Willem Sluiter Fonds. Deze stichting onthulde vandaag in Sluiters kerk, de Oude Mattheus in Eibergen, haar plannen.

Bennie te Vaarwerk was verslingerd aan geschiedenis

Op de website voor de prijs staat ook een geschreven portret van de iniatiefnemer. Bennie te Vaarwerk werd in 1958 geboren op erve Nieuw Biezebeek, in het ten noorden van de Berkel gelegen deel van de buurschap Olden Eibergen. Hij was verslingerd aan de geschiedenis en dan speciaal aan die van de heerlijkheid Borculo. Al jong bezocht hij archieven om er onderzoek te doen en vond er ook zijn werk. Hij werd adjunct-archiefinspecteur van de provincie Gelderland.

Met zijn legaat maakte Te Vaarwerk het mogelijk nog zeker een halve eeuw deze belangrijke Achterhoekse prijs uit te reiken. De bekende dichtregels van Willem Sluiter ­– Waer iemant duisent vreugden soek,/ Mijn vreugt is in dees’ achter-hoek – inspireerden hem hiertoe. Hij verdiepte zich in de betekenis en leerde zo dat deze waarschijnlijk sloegen op het plekje rondom Sluiters eigen haard.

Breed samengestelde jury

Een breed samengestelde jury van vier vrouwen en drie mannen uit de Achterhoekse samenleving boog zich over de voordrachten en bepaalt wie bekroond wordt. Alle benaderde personen zeiden spontaan ‘ja’ op het verzoek toe te treden tot de jury. Voorzitter is Diana Abbink, die als projectleider identiteit werkt voor het Erfgoedcentrum-Achterhoek en Liemers en ook voorzitter is van de Dialectkring Achterhoek en Liemers.

De overige juryleden zijn: Gerda Brethouwer (onder andere directeur van het Nationaal Onderduik Museum in Aalten), Ester van de Haar (bestuurder Gruitpoort en Cultuurbedrijf Doetinchem en kwartiermaker Cultuur en Erfgoedpact Achterhoek), Angelique Krüger (televisiepresentator bij Omroep Gelderland en freelance dagvoorzitter bij allerlei gelegenheden), Gerwin Nijkamp (hoofdredacteur Achterhoek Nieuws bv), Hans Martijn Ostendorp (algemeen directeur van Betaald Voetbal De Graafschap BV), Sebastiaan Roes (hoogleraar rechtsgeleerdheid te Nijmegen en Achterhoeks dichter).


H.H. ter Balkt bezong Sluiter in sonnet

op .

2018-09-21

Dichter Willem Sluiter (1627-1673) is begin deze eeuw nog vereerd met een sonnet. Het is een gedicht dat enige voorkennis vergt, als je er langer van wilt genieten. De met Usselo en Twente verbonden dichter H.H. ter Balkt (1938-2015) bezong met dit sonnet zijn 17e-eeuwse Achterhoekse collega. Rond een dichtersochtend over Ter Balkt, op de dag waarop hij 80 jaar zou zijn geworden, 17 september 2018, kwam dit weer aan het licht.

Het sonnet van Ter Balkt is gepubliceerd in Laaglandse hymnen, een in 2003 bij De Bezige Bij verschenen bundel. Wie of wat hem op het spoor zette van Sluiter, is niet bekend. Verhelderingen achterin onthulden wel dat een boekje uit 1919 van H.W. Heuvel over Sluiter één van zijn bronnen was. Het gedicht van Ter Balkt draagt ook dezelfde titel: Willem Sluyter van Eibergen. Beiden schreven ze de naam met een y.

Geschiedenis

Laaglandse hymnen bestaat uit een driedelige reeks gedichten over de Nederlandse geschiedenis en cultuur. Het is een veelstemmige verzameling sonnetten waarin de dichter de vaderlande geschiedenis van de steentijd tot aan de eenentwintigste eeuw bezingt. Hierin passeert een bonte stoet aan schilders, schrijvers en andere individuen de revue, van Hendrick Avercamp tot Vincent van Gogh, van Erasmus tot Dennis Bergkamp. Ook over Sluiter dichtte hij. Gerrit Komrij ging hem al voor met eerbetoon. Hij besteedde in zijn dikke bloemlezing uit 1986 veel meer bladzijden aan Sluiter dan aan de grote zeventiende-eeuwse dichters P.C. Hooft, Revius en Huygens.

Poëzie is geen geschiedschrijving, ook al verweeft Ter Balkt in dit sonnet vrijwel alle regels met historische gegevens. Sterker: ze stromen er van over. Zonder betekenis kan dat niet zijn, maar wat het precies betekent, wat het ons wil zeggen, is niet direct helder. Ter Balkt is hierin raadselachtig, maar zijn aaneenrijging van bijzonderheden intrigeert ook.

Vriend en collega Magnus Umbgrove

Zijn sonnet dwingt je haast je te verdiepen in de achtergronden, dus toch de geschiedenis er bij te halen. Dat begint al in de eerste regel met en door hem nog iets aangescherpte naam Magnus Umbgroeve. Die komt duidelijk toch overeen met die van de vriend en collega-dominee Umbgrove, wiens naam naar de mode van die tijd ook wel werd verlatiniseerd tot Umbgrovius. Hij was dominee in Neede vanaf 1657 en vanaf 1666 in Borculo.

Voor de vacature in Borculo werden ze door de graaf van Limburg Styrum samen voorgedragen. Borculo koos echter voor Umbgrove. Hun vriendschap heeft daar kennelijk niet onder geleden, want Sluiter heeft hem hier bevestigd. En als ze elkaar later bezochten vergezelden ze elkaar aansluitend altijd weer tot een plek in Haarlo waar een linde stond, die later de naam Sluiterboom kreeg. Ter herinnering hieraan werd in 2008 bij Kulturhus ’t Stieltjen in Haarlo een nieuwe Sluiterboom geplant.

Even vrij als met geschiedschrijving ging Ter Balkt in zijn poëzie om met een anagram, een letteromzetting uit iemands naam. Aan Umbgrovius had Sluiter een geliefd anagram te danken op de naam Wilhelmus Sluyterus: Heer, sus lust my u will. Sluiter is hiermee zo ingenomen geweest, dat hij er verschillende keren liederen mee ondertekende. Ter Balkt citeerde het anagram in zijn sonnet niet compleet. Heer aan het begin, liet hij weg.

De slag om Grol en kanongebulder dreunen tot twee keer toe door in zijn regels, maar slaan in het gedicht niet op Sluiters geboortejaar 1627 en het beleg van Grol door Frederik Hendrik in dat jaar. Ter Balkt dacht aan het rampjaar 1672.

Ter Balkt riep ook een herinnering op aan een beeld waar Heuvel veel moeite mee had. Heuvel mocht in zijn jeugd graag in het Sluiterboek van zijn overgrootvader kijken naar prenten van Jan Luyken. Een vreselijke verschijning vond hij echter de knekelman met de zeis. Haastig bladerde hij hier altijd aan voorbij.

Het snikken van een uurwerk

In de achtste regel komt het snikken van een uurwerk ter sprake. Veel mensen weten waarschijnlijk, net als ik, niet dat snikken eens ook de betekenis van tikken heeft gehad. Een kleine speurtocht bracht hierbij aan het licht hoe ver Ter Balkt zich heeft verdiept in Sluiters werk. Hij moet het woord hebben ontleend aan het gedicht Vreugt- en Liefde-Sangen (verschenen in 1671), waarmee Sluiter zich richtte tot zijn kerkelijke gemeente in en rond Eibergen en waarin ook alle buurtschappen aandacht kregen.

De laatste vier regels van het tiende couplet voor Mallem luiden:

Als w'ons met gesang verquikken,

Nu en dan soo wel te pas,

Loopen, dunkt ons, all de snikken

Van mijn uerwerk veel te ras.

Jong overleden vrouw Margaretha Sybilla

Een citaat in de derde strofe vermeldt de prachtige voornamen van Sluiters jong overleden vrouw op: Margaretha Sybilla. Over haar dichtte Sluiter de indrukwekkende regels:

Sy was een jonge Vrouw, van vier- en twintig jaren,

In ’t groeyen van haar jeugd, in ’t bloeyen van ons Echt.

Sy heeft my onverwacht, en haest adieu gesegt,

Na ’t tweede Houw’lijks jaer, en na haer tweede baren.

Sluiters vrouw zong ook graag zijn liederen. De woorden koraal en citerzang in het citaat met haar namen sluiten hier goed bij aan. Passend in het gedicht is ook het woord ballingschap. Twee keer moest Sluiter vluchten voor leger van Christoph Bernhard von Galen (Bommen Berend), in 1665 en in 1672. Waarom Ter Balkt van 1672 in de eerste strofe terugging naar 1666 in de laatste strofe, is mij niet duidelijk. Of moet hierin iets worden gelezen van het getal van het beest (666), uit het bijbelboek Openbaringen? En dacht Ter Balkt op grond van datzelfde bijbelboek bij het duizendjarig rijk ook aan een vrederijk?

Het daget uit den Oosten

Jouw Morgengezang brak toen aan, luidt de krachtige slotzin van Ter Balkts sonnet. Die is ook zonder voorkennis goed te begrijpen. Achtergrondinformatie kan de woorden nog meer glans geven. Ik denk dat Ter Balkt verwijst naar het lied met de bekende beginregel ‘Het daget uit den Oosten’. ‘Morgen-gesang’, luidt hiervan de titel. Het is waarschijnlijk voor het eerst gepubliceerd in 1670 in de bundel Eibergsche Sang-Lust. Als in de tweede regel van Sluiters lied schijnt met een toelichting het licht overal. Of bijna overal, want niet alle raadselachtigheden zijn (direct) op te lossen.

Bij de verschijning van Ter Balkts bundel in 2003 heb ik meer aandacht gehad voor zijn sonnet Winterlandschap met schaatsers, waarbij Hendrick Avercamp werd genoemd, dan voor zijn Sluitergedicht. In Sluiters werk ben ik ook pas echt gaan verdiepen toen ik over hem in 2007 een boekje liet verschijnen. Aan de vooravond van een dichtersochtend over ter Balkt (zie https://www.youtube.com/watch?v=j4ZLLDfaWM0) las ik opnieuw even in Laaglandse hymnen en stuitte ik na jaren weer op het gedicht Willem Sluyter van Eibergen. Ik was het vergeten, maar zag het nu met nieuwe ogen. Op de dichtersochtend in Boekelo op 17 september 2018, heb ik er al iets over verteld. Graag deel ik dit en wat ik er later nog aan toevoegde hier met iedereen.

Arend J. Heideman                                                   Gelselaar, 21 september 2018

Sluiters leeuwerik zingt boven Achterhoek hoogste lied

op .

gevleugelde woorden klein

Naast Willem Sluiters bekende dichtregels over dees’ achter-hoek klinkt deze zomer hoog boven deze streek veelstemmig zijn leeuwerikslied. Een koor en een solist zingen het, op luit en orgel is de melodie te horen, in het Achterhoeks werd het vertaald en voorgedragen bij een oecumenische viering, bovenin de uitkijktoren op de Needse Berg hangt sinds kort een modern gedicht als verwijzing en nu heeft nog een andere hedendaagse dichter zich er door laten inspireren.

‘Op het zingen van den Leeuw’rik’ van dominee en dichter Willem Sluiter (1627-1673) werd al vroeg in het programma opgenomen voor de opening van de open monumentendagen in de gemeente Berkelland op vrijdag 7 september (aanvang 14.30 uur) in de Oude Mattheuskerk in Eibergen. Andere hoogtepunten voor deze middag zijn een lezing van prof.dr. Dolly Verhoeven (hoogleraar Gelderse geschiedenis in Nijmegen) over ‘Na Sluiter: beeldvorming en verbeelding van de Achterhoek’, de presentatie van het boek ‘Van achter-hoek tot Achterhoek’ van de historische kringen Eibergen en Neede en de opening van een Sluiterexpositie in Museum de Scheper in Eibergen.

De kleine leeuwerik

De kleine leeuwerik, die jubelend van de aarde opstijgt naar de hemel, wordt gezien als symbolisch voor Sluiters dichterschap. Nieuw is dit gegeven niet. Het sprong er al uit bij de Sluiterherdenking in 1953, zijn biograaf stelde het vast in 1965 in een proefschrift en het vormde de ondertitel in 2007 van een boek over Sluiter. De projectgroep Willem Sluiter en 350 jaar Achterhoek gaf daarom dit aspect ook aandacht bij de opening van de monumentendagen in Berkelland. Gert Oosterom uit Gouderak, die nog dagelijks Sluiterliederen zingt, brengt op 7 september in Eibergen twee coupletten ten gehore van het leeuwerikslied. In de kerk waaraan Sluiter tussen 1653 en 1673 was verbonden. Willem Mook uit Haarlem begeleidt hem daarbij op de luit en licht toe hoe belangrijk dit muziekinstrument was in Sluiters tijd. Ad Krijger uit Eibergen speelt vooraf de melodie al op het orgel.

Spontaan sloten anderen dit jaar aan met initiatieven die het leeuwerikslied nog luider laten klinken. De VVV Neede hing als eerbetoon aan de in Neede geboren dichter op het hoogste punt in de omgeving, in een pas geopende natuurobservatiepost, een modern gedicht op van Sander Grootendorst. Hij verwerkte ook regels uit Sluiters lied. Bij boerderijmuseum De Lebbenbrugge in Borculo zingt op zaterdag 8 september het koor Musica Vocale uit Eefde, onder leiding van Els Dijkerman, enkele coupletten van Sluiters leeuwerikslied (in een vrij toegankelijk festijn dat twee keer wordt uitgevoerd, vanaf 13.30 en vanaf 15.00 uur). Op initiatief van de studiegroep Hendrik Willem Heuvel, genoemd naar de Achterhoekse schrijver in wie Sluiter poëzie wekte en die een eeuw geleden over hem publiceerde.

Uiteindelijk inspireerde dit jaar het lied van Sluiter ook de in Zoetermeer wonende dichter Aad Eerland, die zich een ‘postume zielsverwant’ van Heuvel noemt. Eerland schreef zeer recent het gedicht ‘Sluiters leeuwerikslied’ en draagt dat zelf voor bij het festijn op De Lebbenbrugge. Hij verbindt in dat gedicht Heuvel opnieuw met Sluiter en onderstreept dat de leeuwerik aards en hemels tegelijk is.

‘Onvergankelijke zin’

Met de Achterhoek en als belangrijkste Berkeldichter blijft Sluiter echter ook in beeld. Zanger en schrijver/dichter Arjen van Gijssel uit Ruurlo zingt op 7 september in Eibergen zijn lied ‘De Berkel in de Achterhoek’. Zijn slotregels luiden: Ik prevel uit dat oude boek/ die onvergankelijke zin:

 “Waer iemant duisend vreugden soek,

Mijn vreugt is in dees’ achter-hoek.”

Illustratiie: Prent van een onbekende kunstenaar op het titelblad van Vreugt- en liefde-sangen van Willem Sluiter.

Achterhoek bezingt Sluiter en Heuvel op De Lebbenbrugge

op .

SluiterHeuvel - kopie

Bij het weer samenbrengen van het werk van twee grote Achterhoekers passen jubelklanken. Dichter en dominee Willem Sluiter en de schrijver Hendrik Willem Heuvel worden daarom op zaterdag 8 september in Borculo ook bezongen in een klein maar fijn cultureel festijn bij boerderijmuseum De Lebbenbrugge. Hier klinken die middag met hen verbonden liederen, heeft een presentatie over hen plaats en wordt de Sluiterbundel uit de nalatenschap van Heuvel officieel overgedragen aan dit museum.

De feestelijkheden rond Willem Sluiter en 350 jaar Achterhoek brachten de studiegroep Hendrik Willem Heuvel op het idee een cultureel evenement te organiseren in nauwe samenwerking met de Meester H.W. Heuvelstichting, die het boerderijmuseum onder haar hoede heeft. Daar de open monumentendagen dit jaar in de gemeente Berkelland ook in dit teken staan, is hier aansluiting bij gezocht.

Leeuwerik en zwaluw

Een belangrijke rol op 8 september in Borculo heeft het koor Musica Vocale uit Eefde. Dat zingt onder leiding van Els Dijkerman bij deze gelegenheid liederen van Sluiter en ook een belangrijk lied uit het leven van Heuvel. Een hoogtepunt vormt het Sluiterlied ‘Op het zingen van den Leeuw’rik’, dat deze zomer volop aandacht krijgt. Een gedicht bovenin de uitkijktoren op de Needse Berg verwijst er binnenkort naar. Bij de opening van de open monumentendagen in Berkelland, op vrijdag 7 september in Eibergen, is het op verschillende manieren te beluisteren.

Met een lied over een andere vogel richt Musica Vocale bij De Lebbenbrugge zich op Heuvel. Het koor zingt ‘Als de zwaluw ons verlaat’, waarmee Heuvel eens afscheid nam van zijn jeugdliefde. Later leerde hij het als gedicht aan kinderen in Gelselaar, waar hij schoolhoofd was voordat hij naar Borculo vertrok.

Presentatie Ben Wagenvoort

Ben Wagenvoort uit Eefde vertelt bij De Lebbenbrugge over Sluiter en Heuvel en wat hen verbindt. Hij is lid van de naar Heuvel genoemde studiegroep, die er de laatste jaren steeds meer van is doordrongen hoe poëtisch Heuvel was ingesteld. Over dit thema verzorgt hij ook vaker lezingen.

Heuvel schreef een eeuw geleden een boek over Sluiter. Een oude Sluiterbundel wekte poëzie in de jonge Heuvel. In zijn klassieker ‘Oud-Achterhoeksch Boerenleven’ wijdde hij daar een hoofdstuk aan. Bezitter van die gedichtenbundel was Heuvels overgrootvader Hendrik Koelman. Recent is deze bundel herontdekt. Besloten is dit Sluiterboek over te dragen aan het Borculose museum waar zo nauw de naam van Heuvel mee is verbonden en waar ook zijn bureau een plek heeft gekregen.

Ben Wagenvoort en het koor Musica Vocale verzorgen op deze zaterdagmiddag twee keer een presentatie. De eerste presentatie, waarbij ook de overdracht plaats heeft van de oude Sluiterbundel, begint om half twee (13.30 uur). De tweede om 15:00 uur. Mocht er nog belangstelling zijn voor een derde presentatie dan zal deze zonder koorzang plaatsvinden.

Illustratie: Het portret van Hendrik Willem Heuvel met een prent van Jan Luyken die in veel Sluiterbundels prijkt, twee verschillende omslagen van Heuvels boek over Sluiter en een pagina met de naam van Heuvels overgrootvader uit de Sluiterbundel die officieel wordt overgedragen aan museum De Lebbenbrugge.

Rekken weet wel raad met Achterhoek

op .

rekken

In Rekken weten ze wel raad met Willem Sluiter en 350 jaar Achterhoek. De dahliatuin bij de Piepermolen staat dit jaar in dit teken. Hans Keuper, liedjeszanger, tekstdichter en frontman van de Achterhoekse band Boh Foi Toch, verricht vrijdag 27 juli officieel de opening. Maar van de bloemenpracht kan er op afstand ook nu al worden genoten. Niet minder dan 200 verschillende soorten dahlia’s zijn er te bewonderen. In totaal zo’n 3000 planten. Vrijwilligers uit Rekken hebben de tuin aangelegd. De dahliatuin staat in nauw verband met het jaarlijkse bloemencorso, waarmee het dorp elk jaar in de zomer (deze keer op 22, 23 en 24 augustus) alle aandacht op zich vestigt.