Huisindustrie op ritme van Eibergsche Sang-Lust

op .

Hilversum 3 bestond nog niet. Liederen van Willem Sluiter zetten twee eeuwen geleden nog de toon. Twentsch Dagblad Tubantia en Enschede Courant herinnerden eraan in 1930 met een groot verhaal bij het eeuwfeest van de Eibergsche Stoomblekerij. Hierbij prijkte onder andere een serie portretten van Ten Cates, die betrokken waren bij dit bedrijf, dat bij het 125-jarig bestaan de naam Koninklijke Textiel Veredelingsindustrie (KTV) kreeg. In het jubileumverhaal werd verteld hoe rond 1830 de huisindustrie in deze omgeving het tempo werd bepaald door het ritme van liederen uit Eibergsche Sang-Lust van Sluiter.

Sluiterritme bewerkt-4

Portretten van Sluiter en zijn zus tot 1916 in Neede

op .

Tot 1916 hebben de portretten die Pieter van Anraadt schilderde van dichter en dominee Willem Sluiter en zijn zus Maria in Neede gehangen, blijkt uit via de site Delpher gevonden krantenberichten over een veiling in juni van dat jaar. De bladen De Graafschapper, Twentsch dagblad Tubantia en Zutphensche Courant maakten er melding van. Voor 2600 gulden werd H. ter Kuile uit Enschede de nieuwe eigenaar. Ze waren tot dan in het bezit van een in de verte aan Sluiter verwante familie Ten Bokkel Huinink. In het sterhuis van G.E. te Bokkel Huinink in Neede werden ze op 22 juni 1916 geveild. Ze zijn nu nog steeds in particulier bezit, bij een familie in het westen des lands. Lang waren er alleen foto’s in zwart-wit van bekend. In 2007 mocht Arend Heideman er voor zijn Sluiterboek foto’s in kleur van laten maken. Zo kwamen ze voor even weer in Achterhoekse handen en kon reproductiefotograaf Ben van Dijk uit Neede er nieuwe beelden van vastleggen. Sluiterbiograaf C. Blokland dacht, te oordelen naar het kostuum, dat beide portretten waarschijnlijk zijn ontstaan tussen 1660 en 1665. Vreemd is dan dat niet in plaats van Maria, Margaretha Sibylla Hoornaerts is afgebeeld, met wie hij in 1662 trouwde en die al in 1664 is overleden. Niet bekend is hoe Sluiter in contact kwam met de kunstschilder Van Anraadt, die afkomstig was uit Utrecht en vooral in Deventer heeft gewerkt. In 1663 is hij in deze IJsselstad getrouwd met de dochter van de populaire dichter Jan van der Veen, de ‘vader Cats van Deventer’. Verondersteld wordt dat Van Anraadt in de leer is geweest bij Gerard ter Borch, die vanaf 1654 in Deventer woonde.

portretten bewerkt-1kopie

Ook in Nederlands-Indië interesse voor Sluiter in 1881

op .

Ook in Nederlands-Indië bestond interesse voor Willem Sluiter, leert een bericht uit de Java-Bode van 1 april 1881, dat is te vinden via Delpher. Er werd niet bij vermeld uit welk gedicht de regels afkomstig waren. Wie echter iets over een ‘meit of knecht ‘leest, kan snel raden, dat ze zijn ontleend aan het lange en eenvoudige gedicht Eensaem Huis- en Winter-leven, waarin ook zijn regels over dees’ achter-hoek zijn verstopt. Aan het begin van het gedicht vertelt Sluiter over zijn eenvoudige huiselijke leven, waarin hij probeert zo min mogelijk ook zijn meid en knecht te belasten. Sterk benadrukt hij hoe hij matigheid verkiest, ook in eten en drinken. Dat Sluiter streed tegen weelde en pronkzucht in kleding, woning en huisraad, blijkt vrijwel doorlopend in dit gedicht. Hierin verdedigt hij zijn eenvoudige levenswijze en stelt deze als voorbeeld. Via de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren is op internet de tekst van Eensaem Huis- en Winter-leven goed te raadplegen. Via de site https://books.google.nl/books?uid=113945109259346283290&hl=nl&q=willem+sluiter is ook nog de tekst terug te vinden die in de krant werd afgedrukt.

Schermopname 2229