Bericht over granaat op schooplein bracht biograaf op idee

op .

Bij de promotie in 1965 van Sluiterbiograaf C. Blokland publiceerde streekschrijver Hendrik Odink uit Eibergen een leuke anekdote. Dat uit Odinks pen iets over dichter en dominee Willem Sluiter (1627-1673) naar buiten kwam, was niet bijzonder. Van Odink is geschreven dat Sluiter zijn leidsman was en de schrijver H.W. Heuvel zijn gids. Odink onthulde in een bericht dat op vrijdag 1 oktober 1965 in de Gelders-Overijselse Courant verscheen hoe Blokland in 1949 door een bericht over granaten op het schoolplein van de Willem Sluiterschool in Eibergen op het idee kwam dat ik dit dorp ook nog wel iets te vinden zou zijn over Sluiter. Zestien jaar later was het proefschrift klaar. Aan het onderzoek en de publicatie in boekvorm van Blokland is het te danken dat we nu zoveel weten over het werk van Sluiter. In de collage bij dit bericht zijn ook via Delpher gevonden krantenberichten over de granaten verwerkt.

Odink en Blokland bewerkt-1kopie

Proefschrift uit 1965 van C. Blokland over Sluiter belangrijk

op .

Schermopname 1893

Cornelis Blokland (1923-1999) liet in 1965 een proefschrift verschijnen over Willem Sluiter. Hij promoveerde op 24 september van dat jaar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht op deze dichter en zijn werk. Het onderzoek en boek van deze Sluiterbiograaf vormt de belangrijkste bron voor veel publicaties die hierna verschenen. Rond de promotie verschenen in enkele dagbladen berichten, die nog via Delpher zijn te raadplegen. Hoe Blokland geïnteresseerd raakte in de Achterhoekse dichter en dominee, is niet bekend. Dat hij zich nauw met hem verwant heeft gevoeld, blijkt uit de rouwadvertentie op 10 mei 1999 in dagblad Trouw. Daar staat Sluiters Avondlied boven.

In letterkundig en algemeen cultureel maandblad Ontmoeting publiceerde Blokland in juli 1953 al een artikel over Sluiter. Hij sprak hierin de hoop uit dat de voor oktober van dat jaar  aangekondigde Sluiterherdenking ertoe bij mocht dragen dat 'deze Achterhoekse volksdichter' in ruimere kring bekend zou mogen worden dan dat op dat moment het geval was. Zijn zich eveneens C. Blokland noemende zoon uit Dedemsvaat was in 2007 een van de eersten die het boek 'Wllem Sluiter anno nu' bestelde. Hij meldde in 2006 twee uiterst zeldzame eerste drukken van Sluiters werk uit de nalatenschap van zijn vader te hebben geschonken aan Museum de Scheper in Eibergen. 

Schermopname 1892

Frontispiece van kunstzinnige zwager in Deventer

op .

Willem Sluiter heeft vanaf zijn studietijd als leerling van de illustere school tot aan zijn waarneming van de predikdienst in zijn laatste levensjaar, na zijn vlucht in het Rampjaar 1672, banden onderhouden met Deventer. Uit deze stad waren zijn schoonouders afkomstig, de Borculose rentmeester Johannes Hoornaerts en zijn vrouw Margaretha van Boekholt, dochter uit een voornaam Deventer patriciërsgeslacht. Schilder Pieter van Anraadt, die hem portretteerde, was werkzaam in Deventer. Willem Sluiters eerste uitgave in boekvorm, zijn Psalmen, Lof-Sangen en Geestelike Liedekens, is te Deventer gedrukt en uitgegeven door Jan Colomp in 1661. Een kunstzinnige zwager uit Deventer leverde er een bijzondere pagina voor: de frontispiece, een grote illustratie op de bladzijde tegenover de titelpagina. Hij was getrouwd met Geertruid, de tweede dochter uit Tilman Sluiters eerste huwelijk. Mr. H.J. Steenbergen publiceerde over hem in De Sluiters en hun familie, in Archief, tevens orgaan van de Oudheidkundige Vereeniging De Graafschap, december 1954, pag. 55-62. Hij schreef: “Johan van Steegeren was aldaar stadsglazeschrijver en mocht vele opdrachten voor het stadsbestuur uitvoeren, doch liet zijn vrouw Geertrui reeds vóór 1676 als weduwe achter, die met behulp van haar zwager Herman Gelinck in juni 1676 betaling verkreeg voor een door haar man geleverd glas, door de Stad Deventer aan de Schult van Holten en Bathem, Everard Westerhijs, vereerd.” Opmerkelijk is nog dat de titel van de frontispiece, Heilige Gezangen, afwijkt van die op het titelblad! Dat Sluiter de stad Deventer niet meed, lijkt ook af te wijken van zijn voorkeur voor het buitenleven en dees’ achter-hoek. Het is echter nog maar een kleine stap vergeleken met alle plaatsen in het westen des lands, waar hij noodgedwongen verbleef toen hij twee keer moest vluchten en waar vrijwel alle overige werk van hem werd gedrukt en uitgegeven.

DSC03638 2 kopie bewerkt-1 k bewerkt-1