Willem Sluiter de belangrijkste Berkeldichter

op .

De belangrijkste Berkeldichter is ongetwijfeld Willem Sluiter, schreef G.T. Hartong, bibliograaf van onder meer Sluiter en Staring, in 1994 in Gelders Erfgoed. Het vierde nummer dat jaar van dit tweemaandelijks Gelders cultuurhistorisch tijdschrift stond in het teken van dit grensriviertje.

Scan 20230116 2 k bewerkt-1

Scan 20230116 3 kScan 20230116 4 kScan 20230116 5 k

Boek van Staring Instituut in 1998 kwam er niet

op .

Scan 20221229 bewerkt-1

Willem Sluiter had al eerder opnieuw in de belangstelling kunnen komen, als een in 1992 aangekondigd plan van het Staring Instituut in Doetinchem, dat is opgegaan in het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (Ecal) was doorgegaan. Bij de aankoop in 1992 van twaalf boeken met werk van Sluiter berichtte dagblad De Gelderlander dat het instituut van plan was in 1998 een boek uit te geven over Sluiter. Voor dat jaar werd gekozen omdat het dan 325 jaar geleden zou zijn dat hij is overleden. Wie het boek wilde schrijven en waarom het boek er nooit kwam, is niet bekend.

‘Achterhoekser dan Sluiter is niet mogelijk’

op .

Achterhoekser zijn dan deze Sluiter is haast niet mogelijk, hielden Leo Lensen en Willy H. Heitling hun lezers voor in een serie artikelen voor de dagbladen van Kluwer in Deventer, die op zaterdag 22 oktober 1988 in het teken stond van deze dichter. Wel waren ze zo handig een vraagteken te plaatsen bij hun opmerking dat Sluiter voor het eerst de term Achterhoek zou hebben gebruikt. Jaren later bleek dat hij met achter-hoek waarschijnlijk alleen zijn eigen kerkelijke gemeente in en rond Eibergen bedoelde. Hoewel de titel boven hun stuk hem afschilderde als ‘Achterhoekse Vadertje Cats’ maakten ze ook duidelijk melding van de verschillen.

DSC01498kopie bewerkt-1