Hoe Sluiters liederen naklinken in kerken en elders
Het past bij dichter Willem Sluiter en de hernieuwde belangstelling die in deze eeuw voor hem en zijn werk is ontstaan iets te schrijven over zijn liederen, over het naklinken van zijn liederen in kerken en elders. Het gaat hier vooral over wat ervan rest. Enkele aspecten hiervan worden belicht aan de hand ook van stukken uit het Sluiterarchief van Museum de Scheper in Eibergen, waarvoor verzamelaar Herman Schepers (1935-2019) de grondlegger is. Zonder hem waren die puzzelstukjes niet meer zo goed in beeld te brengen.
Els Stronks becijferde in haar boek Stichten of schitteren dat het oeuvre van Sluiter in totaal ongeveer 360 geestelijke liederen telt. “Sluiter koos aan het begin van zijn literaire carrière welbewust voor het toegankelijke lied”, schrijft zij. Volgens haar toont een register bij zijn bundel ook dat Sluiter schreef voor alle leeftijdscategorieën en levensomstandigheden. Op elk moment, bij iedere gelegenheid en elk gevoel kon een lied gezongen worden.
Het christelijk gemengd koor ONO uit Eibergen, onder leiding van Ad Krijger, zong enkele liederen van Sluiter tijdens de Zangdagavond op 25 november 2007 in Geesteren (G) en bij de onthulling van de plaquette van de dichter in september 2013 in Zwolle, waarvan Maarten Zeehandelaar deze foto maakte.
Nevenvrucht Zangdagavond
Herleefde belangstelling voor Sluiter en zijn werk is een belangrijke nevenvrucht van een zangavond, met de bijzondere naam Zangdagavond, in november 2007 in de gereformeerde kerk in Geesteren (G), zo is op deze site eerder al verteld (zie https://willemsluiter.nl/archief/135-in-terdege-onthuld-hoe-idee-voor-sluiterboek-ontstond). Herman Schepers toonde hier oude Sluiterbundels uit de collectie van het Eibergse museum. Hij deed meer, blijkt achteraf uit het Sluiterarchief. Hij bewaarde ook de liturgie van die avond. Zie de foto’s in dit artikel. Zo weten we welke liederen van Sluiter hier werden gezongen door het Eibergse koor ONO, onder leiding van Ad Krijger: Wat ik denke, lees of schrijve en Komt en laat ons vrolijk zingen, Het daget in het oosten en O Heer, nu laat Gij uwen knecht.
Voor het laten zingen van zijn liederen moest eerst wat speurwerk worden verricht naar wat hiervoor nog geschikt leek. Ze kwamen bij deze gelegenheid niet rechtstreeks uit een kerkelijke liedbundel, al hebben daar eens twee gezangen van hem in gestaan.
Het programma voor de avond in Geesteren is ook interessant vanwege een lied van dominee Harry Tacken, tot de zomer van 2007 verbonden aan de hervormde gemeenten van Gelselaar en Haarlo (net als Geesteren gelegen in de voormalige gemeente Borculo, die is opgegaan in Berkelland). Hem komt de eer toe dat hij Sluiter 350 jaar na zijn intrede in Eibergen, waar Haarlo eens kerkelijk ook toe behoorde, weer even naar voren haalde. Hij miste in de zomer van 2003 bij de verschijning van zijn eigen liedbundel (Sporen in de tijd) een herdenking, zoals in 1953. Tacken vulde een Sluiterlied, dat ook op deze avond werd gezongen, aan met eigen coupletten en liet beide zingen bij de presentatie van zijn bundel.
In zijn voorwoord verwees hij ook nadrukkelijk naar Sluiter. Bij zijn eigen lied 50 (Avondlied) schreef hij: “Willem Sluiter schreef eens een avondgebed op de wijze van Psalm 116, beginnend met de regel ‘O Godt, gij hebt nu weer in mijnen mond’. Als een klein eerbetoon aan de dichter van weleer en om op bescheiden wijze in zijn voetspoor te treden, schreef ik een eigen Avondlied op dezelfde melodie.”
Het programma voor de Sluiteravond in 2007 in Geesteren (G) biedt ook de tekst van het Sluiterlied, met een eigen aanvulling, dat dominee Harry Tacken in 2003 liet zingen bij de presentatie van zijn liedbundel Sporen in de tijd.
Liederen niet voor de kerkdienst geschreven
“Sluiter heeft zijn liederen niet voor de kerkdienst geschreven [in kerken werden destijds alleen Psalmen gezongen], maar zij hebben door hun populariteit zeker bijgedragen tot de belangstelling voor het gebruik van gezangen in de eredienst”, stelde C. Blokland in zijn in 1965 verschenen proefschrift over Sluiter. In een in 1807 ingevoerde Gezangenbundel in de Nederduits Hervormde Kerk zijn twee liederen opgenomen van Sluiter: 185 en 190. Het eerste lied is een bewerking van Gebedt tot Jesum, om versterkinge en vertroostinge in de uure des doots en het tweede bestaat uit enkele strofen uit ’t Hemelsch Jerusalem. Volgens Blokland zijn beide liederen zo bewerkt dat ze vrijwel onherkenbaar zijn geworden.
Sluiter heeft een aantal liederen gemaakt over het hemelse Jeruzalem. Naar het oordeel van Blokland behoort ’t Hemelsch Jerusalem tot de mooiste liederen van de bundel Eibergsche Sang-Lust. “Het heimwee naar het nieuwe Jeruzalem is een wezenlijk bestanddeel van Sluiters geestelijke structuur. Het ‘hier beneden is het niet’ beheerst eigenlijk al zijn liederen; hij wil hier op aarde voorbereidend werk doen door de harten op de hemel te richten.”
Niet of wel verdraaid en verknooid
J. van den Akker ging in een artikel voor Documentatieblad Nadere Reformatie (voorjaar 1995, 19e jaargang nr. 1), dat ook in het Eibergse Sluiterarchief is te vinden, nauwkeurig na “in hoevere de gedichten van Jodocus van Lodenstein en Willem Sluiter werkelijk ‘schandelijk verdraaid, verknooid en verwrongen’ zijn” in die gezangenbundel. Hij citeerde hierbij Hendrick de Cock, de voorman van de Afscheiding van 1834, die uiteindelijk leidde tot het ontstaan van zelfstandige gereformeerde kerken naast de Nederlandse Hervormde Kerk.
De Cock verzette zich tegen de Evangelische Gezangen. Hij dacht dat van Sluiter en Van Lodenstein en andere dichters alleen maar liederen waren opgenomen om andere liederen gemakkelijker ingang te laten vinden. Van den Akker bleek het niet met hem eens. Volgens hem waren de liederen niet echt verdraaid. En verknoeid, vond hij te sterk uitgedrukt. In zijn ogen was er geen sprake van het moedwillig veranderen van de betekenis. Vreemd vond hij het echter met De Cock dat in een woord vooraf slechts vijf dichters werden genoemd, onder wie Van Lodenstein, Sluiter, Johannes Vollenhove, Van Alphen en Rutger Schutte. “Deze vijf dichters hadden maar 26 van de 190 gezangen op hun naam staan, waarvan alleen Van Alphen al 15.” Hun namen, stelde hij, zouden “dus wel gebruikt kunnen zijn om mensen over de drempel te halen”. Dit bevestigt hoe populair Sluiters werk was.
Met hulp van Gert Oosterom uit Gouderak kan hier na ruim veertig jaar alsnog worden onthuld wat de herkomst is van het Sluiterlied, dat in 1981 werd opgenomen in de bundel Zingend geloven.
In bundel Zingend geloven, maar waaruit?
Interessant in het Sluiterarchief is ook een pagina uit de begin jaren tachtig (waarschijnlijk 1981) verschenen liedbundel Zingend geloven. Daarin staat ook een aan Sluiter toegeschreven lied. Al ruim veertig jaar geleden, denk je dan. Maar de gereformeerde kerk (PKN) in Lunteren nam dit op 8 maart 2020 nog op in de liturgie voor een welkomstdienst, die via internet is te zien. Helaas, maar hieraan bezondigen zich de meeste kerken bij het laten printen van liederen, werd er niet bij vermeld dat het een lied van Sluiter was.
Jammer is dat in Zingend geloven niet is vermeld uit welke bundel van Sluiter het lied afkomstig is. Een digitale speurtocht naar de bron leverde vreemd genoeg ook niks op en zaaide zo twijfels. Gelukkig is er dan nog één persoon in Nederland die uitkomst kan bieden: Gert Oosterom uit Gouderak, die dagelijks liederen van Sluiter zingt. Hij schreef me: “Het origineel is te vinden in Psalmen, Lof-sangen ende Geestelyke Liedekens. Echter niet in de 1e editie van 1661. Vanaf de editie uit 1701 zijn er 9 liederen toegevoegd en daar is Meditatie op Christus Tranen over Jerusalem er een van. In de editie van 1739 (De werken van Willem Sluyter) is het lied 81 en te vinden op pp. 148 - 153. Het origineel heeft 40 strofen, die te zingen zijn op de wijs De mensch in 't kwaed, door quaê gewoont verdorven. Dit is een lied van Camphuysen. Het is niet de melodie die in Zingend geloven staat afgedrukt. Die is van de Amsterdamse musicus Willem Vogel (1920-2010). De 6 strofen zoals ze staan in Zingend geloven zijn een bewerking van de strofen 2, 3, 4, 6, 9 en 17.”
Van Willem Sluiter komen in de ruim dertig jaar oude bundel Uit Sions Zalen verreweg de meeste liederen voor.
Ondanks de hiervoor genoemde voorbeelden is van het gebruik van Sluiters werk tegenwoordig in vergelijking met de populariteit die het eens had natuurlijk amper iets over. Eén uitzondering moet hier worden genoemd, al zijn er geen cijfers van op dit moment. Het Sluiterarchief in het Eibergse museum bewaart een exemplaar van de bundel Uit Sions Zalen, die begin jaren negentig van de vorige eeuw is verschenen. Een bundel geestelijke liederen samengesteld door de werkgroep muzikale vorming van de Kontaktvereniging van Leerkrachten en Studerenden op Gereformeerde Grondslag (KLS).
Hierin staan maar liefs 23 liederen van Sluiter. Van niemand zoveel. L.G.C. Ledeboer (15) en Adriaan Valerius (11), die ook goed scoorden komen niet in de buurt bij hem. “Veel gezinnen en scholen gebruiken deze bundel. Het is een bundel met geestelijke liederen, voornamelijk uit de periode van de Nadere Reformatie”, meldt de website van KOC Visie, dat uitgaat van de Stichting Ds. G.H. Kerstencentrum en is nauw verbonden is met de besturenorganisatie de VBSO, de besturenorganisatie voor het christelijk onderwijs op gereformeerde grondslag.
Het blad Terdege uitte in een bespreking op 11 maart 1992 lof (“Lof allereerst voor het uitgangspunt: het is historisch waardevol dat deze gedichten van auteurs als Van Lodenstein, Sluiter, Ledeboer en anderen aan de vergetelheid zijn ontrukt”, maar plaatste ook een vraagteken: “Het taalgebruik staat toch wel heel ver af van de hedendaagse basisschoolleerling.” Uit Sions Zalen is niet meer verkrijgbaar, maar een tekstboekje bij de bundel nog wel.
Op cd en te beluisteren via YouTube
Willem Sluiters werk prijkt met dat van onder anderen Jacob Revius en Marnix van St. Aldegonde ook nog op een cd die in het Sluiterarchief in Eibergen wordt bewaard. De site van Bol.com meldt, dat deze nog steeds te koop is: 's Nachts sing ick van U een liet - Massale niet-ritmische samenzang van Psalmen vanuit de Bovenkerk te Kampen, met orgelbegeleiding van Jan Grootenboer. Van Willem Sluiter zijn zo te beluisteren Psalm 130, vers 1, 3 en 4 en Psalm 30, vers 4 en 8. De titel van de cd blijkt te zijn ontleend aan Sluiters Psalm 130. Ook via YouTube is te genieten van zijn werk: https://www.youtube.com/watch?v=Y7eQ2id5k7s en https://www.youtube.com/watch?v=25hmXfP4zFI.
Volgens Bol.com en ook Amazon.com (met de datum 24 februari 2017) is deze cd, met onder andere twee liederen van Willem Sluiter nog verkrijgbaar. Ook via YouTube is van deze liederen te genieten.