Sluiterregels ter lering in huis warm onthaald

Schermopname 4520Werk van Willem Sluiter werd halverwege de 19e eeuw ter lering gepresenteerd voor huiselijke omstandigheden. Dit deed J.J.A. Goeverneur (1809-1889), een Nederlandse letterkundige, dichter, (kinderboeken)schrijver en vertaler. Zijn lezers waardeerden dit enorm.

Werk van Willem Sluiter werd halverwege de 19e eeuw ter lering gepresenteerd voor huiselijke omstandigheden. Dit deed J.J.A. Goeverneur (1809-1889), een Nederlandse letterkundige, dichter, (kinderboeken)schrijver en vertaler. Zijn lezers waardeerden dit enorm.

Tot het bekendste werk van Goeverneur behoren zijn kindergedichten, waaronder  de liedjes In een groen, groen knollen- knollenland en Toen onze Mop een Mopje was. Goeverneur was een veelgelezen en gezaghebbend broodschrijver, met enorm veel titels op zijn naam (de schattingen variëren van 200 tot 600 titels). In 1843 stichtte hij veertiendaagse blad De Huisvriend. Een dichtregel van Sluiter voerde mij via Google Books naar zijn boek t’ Huis (klik hier als u het wilt lezen) uit 1852. Dit boek ontstond uit een tweemaandelijkse uitgave, waarin eerst het eenvoudige lange gedicht Eensaem Huis- en Winter-Leven van Sluiter met een kort verhaal werd gepresenteerd en verderop het meer literaire lange gedicht Buiten-Leven aandacht kreeg.

Ernst en luim voor iedereen

Met t’ Huis wilde Gouverneur zijn lezers onderhouden over het huiselijke leven en ’t huisgezin. Hij hoopte er niet alleen mee toegelaten te worden in de paleizen der groten, hij wilde ook graag nederige stulpen betreden, maar het best op zijn plaats voelde hij zich in de burgerhuizen. Goeverneur beoogde een huis- en handboek in proza en poëzie samen te stellen voor alle standen en koos voor afwisseling van ernst en luim.

Sluiters lange gedichten rangschikte Goeverneur opmerkelijk genoeg niet onder poëzie, maar onder proza. Wellicht mede door de manier waarop hij het zijn publiek voorschotelde. Op pagina 8 van t’ Huis, dat meer dan 300 bladzijden telt, komt Sluiters Eensaem Huis- en Winter-Leven al aan bod. Doorlopend is hierin te beluisteren hoe Sluiter streed tegen weelde en pronkzucht in kleding, woning en huisraad. Hij verdedigde hierin zijn eenvoudige levenswijze en stelde deze als voorbeeld. Fragmenten daaruit liet Goeverneur vergezeld gaan van een verhaal over hoe hij bij een vriend op de sociëteit hengelde naar een huiselijk verhaal om over te schrijven. Die maakte hij bij dit contact attent op dit werk. Mede aan de hand van regels uit Sluiters gedicht adviseerde de vriend hem tot slot deze te publiceren. Dit idee omarmde hij volgens het artikel direct.

Bedankjes van lezers

Tot groot genoegen kennelijk van veel lezers. De redactie werd overladen met bedankjes voor het artikel en kreeg het verzoek ook uit Buiten-Leven te publiceren. Het begeleidende verhaal hierbij was alleen een toelichting.

Schermopname 4521

Hoe groot de waardering van de lezers van t’ Huis was voor dichtregels van Willem Sluiter was te lezen voorafgaande aan een artikel met regels uit Buiten-Leven.

Goeverneur liet merken het jammer te vinden dat hij moest volstaan met het publiceren van gedeelten uit het 1516 regels tellende gedicht. Wie in de gelegenheid hiertoe was, gaf hij graag de aanbeveling mee, het geheel te lezen. Uit de volgende zin bleek, dat minder mensen dan men zou verwachten dit ook echt deden: “Wij wenschen Sluyters verzen van harte eene meerdere bekendheid en behartiging toe dan hun heden ten dage, vergeten en verdrongen door zooveel anders, als zij schijnen te zijn, te beurt valt.”

Arend J. Heideman                                                                                                        Gelselaar, mei 2024

 

Werk van Willem Sluiter werd halverwege de 19e eeuw ter lering gepresenteerd voor huiselijke omstandigheden. Dit deed J.J.A. Goeverneur (1809-1889), een Nederlandse letterkundige, dichter, (kinderboeken)schrijver en vertaler. Zijn lezers waardeerden dit enorm.

 

Tot het bekendste werk van Goeverneur behoren zijn kindergedichten, waaronder  de liedjes In een groen, groen knollen- knollenland en Toen onze Mop een Mopje was. Goeverneur was een veelgelezen en gezaghebbend broodschrijver, met enorm veel titels op zijn naam (de schattingen variëren van 200 tot 600 titels). In 1843 stichtte hij veertiendaagse blad De Huisvriend. Een dichtregel van Sluiter voerde mij via Google Books naar zijn boek t’ Huis (klik hier als u het wilt lezen: https://www.google.nl/books/edition/T_huis/o5diAAAAcAAJ?hl=nl&gbpv=1&dq=j.j.a.+goeverneur+thuis+1852&pg=PP7&printsec=frontcover) uit 1852. Dit boek ontstond uit een tweemaandelijkse uitgave, waarin eerst het eenvoudige lange gedicht Eensaem Huis- en Winter-Leven van Sluiter met een kort verhaal werd gepresenteerd en verderop het meer literaire lange gedicht Buiten-Leven aandacht kreeg.

Ernst en luim voor iedereen

Met t’ Huis wilde Gouverneur zijn lezers onderhouden over het huiselijke leven en ’t huisgezin. Hij hoopte er niet alleen mee toegelaten te worden in de paleizen der groten, hij wilde ook graag nederige stulpen betreden, maar het best op zijn plaats voelde hij zich in de burgerhuizen. Goeverneur beoogde een huis- en handboek in proza en poëzie samen te stellen voor alle standen en koos voor afwisseling van ernst en luim.

 

Sluiters lange gedichten rangschikte Goeverneur opmerkelijk genoeg niet onder poëzie, maar onder proza. Wellicht mede door de manier waarop hij het zijn publiek voorschotelde. Op pagina 8 van t’ Huis, dat meer dan 300 bladzijden telt, komt Sluiters Eensaem Huis- en Winter-Leven al aan bod. Doorlopend is hierin te beluisteren hoe Sluiter streed tegen weelde en pronkzucht in kleding, woning en huisraad. Hij verdedigde hierin zijn eenvoudige levenswijze en stelde deze als voorbeeld. Fragmenten daaruit liet Goeverneur vergezeld gaan van een verhaal over hoe hij bij een vriend op de sociëteit hengelde naar een huiselijk verhaal om over te schrijven. Die maakte hij bij dit contact attent op dit werk. Mede aan de hand van regels uit Sluiters gedicht adviseerde de vriend hem tot slot deze te publiceren. Dit idee omarmde hij volgens het artikel direct.

Tot groot genoegen kennelijk van veel lezers. De redactie werd overladen met bedankjes voor het artikel en kreeg het verzoek ook uit Buiten-Leven te publiceren. Het begeleidende verhaal hierbij was alleen een toelichting.

Afbeelding met tekst, Lettertype, schermopname, wit

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

Hoe groot de waardering van de lezers van t’ Huis was voor dichtregels van Willem Sluiter was te lezen voorafgaande aan een artikel met regels uit Buiten-Leven.

 

Goeverneur liet merken het jammer te vinden dat hij moest volstaan met het publiceren van gedeelten uit het 1516 regels tellende gedicht. Wie in de gelegenheid hiertoe was, gaf hij graag de aanbeveling mee, het geheel te lezen. Uit de volgende zin bleek, dat minder mensen dan men zou verwachten dit ook echt deden: “Wij wenschen Sluyters verzen van harte eene meerdere bekendheid en behartiging toe dan hun heden ten dage, vergeten en verdrongen door zooveel anders, als zij schijnen te zijn, te beurt valt.”

 

Arend J. Heideman                                                                                                        Gelselaar, mei 2024