Willem Sluiter geïnspireerd door De imitatie van Christus
Facet portret Willem Sluiter tussen losse omslag (met illustratie van De aanbidding van het Lam Gods, van Hubert en Jan van Eyck) en de vaste voorkant van het boek De Imitatie van Christus.
In het werk van Willem Sluiter is veel van de geest van de Moderne Devotie terug te vinden. Afgezien van een korte toelichting hierop in het boek Willem Sluiter anno nu; De kleine leeuwerik, aan de hand van het proefschrift over hem van C. Blokland is er op deze site amper over gepubliceerd.Het verhelderende en aantrekkelijke boek De Imitatie van Christus van Thomas Kempis,vertaald en ingeleid door Frank De Roo, vormt een goede gelegenheid er alsnog meer aandacht op te vestigen.
Onder de titel Het bijna 600 jaar oude mystieke zelfhulpboek van Thomas Kempis is nog steeds actueel publiceerde dagblad Trouw eind september 2024 een interview met de Vlaamse latinist De Roo, een advocaat in ruste. Naar aanleiding van zijn nieuwe vertaling met zeer uitvoerige en interessante toelichtingen. Een aanrader voor wie graag meer wil weten over de achtergrond van Sluiters werk. De vaak gebuikte a in Thomas a Kempis wijst De Roo als onhistorisch van de hand.
Aanhanger van Moderne Devotie
Thomas werd eind 1380 geboren in Kempen, een Duitse stad ten oosten van Venlo. Hij is op hoge leeftijd overleden op 1 mei 1471 (volgens het boek is door een vergissing vaak geschreven dat de sterfdag 25 juli was). Vanaf zijn elfde studeerde hij in Deventer aan de Latijnse school. Voor zijn geboorte ontstond hier de beweging van de Moderne Devotie, waar Thomas een aanhanger van werd. Geert Grote was de grondlegger van deze hervormingsbeweging binnen de kerk en de maatschappij, die ontstond uit ontevredenheid over misstanden onder de geestelijkheid en in de kerkelijke leiding.
Als jongeling werd Thomas novice in het augustijnenklooster ‘de Berg van de heilige Agnes’ bij Zwolle.
Hier legde hij zijn ideeën vast in De imitatie van Christus, waarmee hij volgens De Roo rond 17 november 1424 klaar was. Gezegd wordt dat het na de Bijbel het meest verspreide boek is. Bij de grote verering die Thomas volgens De Roo had voor Maria kan ook aan Sluiters lofzang op de moeder van Jezus gedacht worden.
Blokland signaleerde dat Sluiters Buiten-Leven (BL) naar binnen is gekeerd: “Hij beziet het buitenleven met een geestelijk oog: voor alles is BL een geestelijk gedicht, van iemand die zich afzondert van de wereld.” Hij onderstreepte hoe dicht Sluiter hierin bij Thomas staat. Van zijn geest was in de ogen van Blokland zowel Buiten-Leven als Eensaem Huis- en Winter-Leven doordrenkt: “Niet ten onrechte riep Sluiters eenzaam leven in zijn eigen tijd reeds de gedachte op aan het monnikenleven.”
Sluiter kende Imitatio goed
Biograaf Blokland stelde vast dat op veel plaatsen in Sluiters werk blijkt dat hij het geschrift van Thomas zeer goed gekend heeft: “Verspreid over Sluiters bundels treft men een vrij groot aantal liederen aan die gedeeltelijke bewerkingen zijn van hoofdstukken uit de Imitatio.” Een aantal voorbeelden hiervan liet hij er op volgen. Hij voegde er nog aan toe en toonde aan, dat die met vele andere vermeerderd konden worden.
Uit het boek van Frank De Roo blijkt, dat Blokland op één punt iets te gemakkelijk informatie doorgaf over wat een lijfspreuk van Thomas Kempis is genoemd. Die zou zijn overgenomen door Sluiter in Buiten-Leven (regel 625 en 626) met de woorden: “Begeertge vreed’ en rust? Waer soekje?/ S’is in een hoekje met een boekje.” Hiervoor (in regel 69 en 70) dichtte hij al: “Men haelt, in d' allerstilste hoeken,/ De beste buit uyt heil'ge boeken.” De Roo (pag. 182) schrijft badinerend dat dit moet doorgaan voor de lijfspreuk, maar dat deze spreuk (“Overal heb ik rust gezocht, en nergens gevonden, tenzij in een hoeksken met een boeksken”) na de dood van Thomas Kempis in zijn klooster is bedacht en in 1569 op een schilderij is vastgelegd. Niet meer is het dus dan een algemene uitdrukking. Het is de vraag of Sluiter dit wist.
Grondtoon Sluiter en in Imitatio
De andere voorbeelden van Blokland blijven echter staan. Hij signaleerde eveneens invloed van Thomas op Sluiters Latijnse liederen, die door zijn gelijknamige kleinzoon in 1733 postuum zijn uitgegeven in de Schakel van Gezangen.
“De eenvoudige zegging”, aldus Blokland, “wars van elke problematiek, de Christelijke ootmoed, het accent op de persoonlijke verhouding tot Christus, de afkeer van de ‘wereld’ en het ‘wereldse’, het zoeken van de eenzaamheid, het ideaal van de levensheiliging, de strijd tegen verzoekingen, de lijdzaamheid in beproevingen, de gestadige overdenking van de dood en het laatste oordeel, het alleen aanvaarden van bovennatuurlijke blijdschap, het denken in Bijbelse termen, dit alles vormt evenzeer de grondtoon van Sluiters werk als van de Imitatio, de ‘klassieke oorkonde’ van de Moderne Devotie.”